Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 6 juni 2025


Hij ijlde al maar voort, totdat hij het huis van den ouden boschwachter had bereikt. Daar klopte hij aan de deur en weldra werden de hoofden van den ouden man en van zijn beide forschgespierde zonen voor de ramen zichtbaar. "Wat een rumoer daar? Wie klopt er? Wat moet je?" "Laat mij binnen en gauw ook. Ik zal alles vertellen." "Wat? Wie ben je?" "Huckleberry Finn. Gauw, laat mij binnen!"

"Ik had er een eed op durven doen," zei de ridder; "sedert gij uw kap aflegdet, eerwaarde vader, was ik overtuigd, dat er beter voedsel in uw cel was. Kom aan, toon ons dus zonder uitstel wat de goede boschwachter u verschaft heeft!"

"Voor eene verschijning van den zwarten jager?" vroeg zij lachend. "Eene verschijning? Zeker neen! Dat is te etherisch. Ik hield u voor eene treurige realiteit.... Voor een boschwachter die kiespijn had." Zij scheen een oogenblik getroffen en beet zich op de lippen; hare wangen gloeiden. "Dat's grof," sprak zij eindelijk, en zag mij aan met een blik of er een pijl uit haar oogen zou schieten.

De zonen van den boschwachter vertrokken dadelijk. Toen zij de kamer uit waren, sprong Huck op en riep uit: "O, vertel als het u blieft aan niemand, dat ik ze op het spoor ben gekomen! O, als het u blieft niet." "Heel goed, Huck, als gij dat verkiest; maar gij moest eigenlijk de eer hebben van 't geen gij gedaan hebt." "O, neen, neen! Zeg het als het u blieft niet."

Huck had door den boschwachter en de weduwe Douglas alles van Toms avontuur vernomen; maar Tom beweerde, dat er iets was, dat zij hem niet verteld hadden, en over dat verzwegene wenschte hij hem nu te spreken. Hucks gelaat betrok en hij zeide: "Ik weet, wat het is. Je bent op 'nommer twee' geweest en hebt niets dan brandewijn gevonden.

"Wij zullen die denneneters zonder jou wel wegkrijgen." Den volgenden dag gingen de ijzerfabrikant en de boschwachter langs het boschpad. Karr liep eerst naast hen, maar na een poosje verdween hij, en kort daarna klonk een luid blaffen uit het bosch. "Dat is Karr, die weer aan 't jagen is," zei de ijzerfabrikant. De boschwachter wilde het niet gelooven.

Wat doet gij hier, schelm van een boschwachter?" vervolgde hij, zich tot Walger keerende: "zoo de Graaf verneemt dat gij, in plaats van op boomschenders en stroopers te passen, u hier in twisten steekt tusschen poorters en vreemdelingen, zal het er slecht met u uitzien." "'t Is die schoelje, die oorzaak van alles is," bromde Walger, op Feiko wijzende.

De dokters waren allen naar de grot en dus nam de weduwe Douglas de zorg voor den patiënt op zich. Zij zeide dat zij voor hem doen zou wat zij kon, omdat, 't zij hij goed was of slecht, hij des Heeren was, en niets wat den Heer toebehoorde, mocht veronachtzaamd worden. De boschwachter verklaarde, dat Huck nog zoo'n slechte jongen niet was, waarop de weduwe antwoordde: "Dat spreekt vanzelf.

Hij liep maar al te dikwijls het bosch in, en snoepte een haasje of een jong korhoen. De hond was klein en zwart, met gele borst en voorpooten. Hij heette Karr en was zoo slim, dat hij alles begreep, wat de menschen zeiden. Terwijl de boschwachter hem door 't bosch bracht, wist hij heel goed, wat hem te wachten stond. Maar dat mocht niemand aan hem merken.

Hij liet zijn boschwachter roepen, zei hem, dat het onmogelijk was dien hond langer te houden, omdat men hem niet kon afwennen achter alle schapen en kippen te jagen, die hij maar zag, en vroeg den boschwachter den hond meê te nemen naar het bosch, en hem dood te schieten.

Woord Van De Dag

verheerlijking

Anderen Op Zoek