United States or Denmark ? Vote for the TOP Country of the Week !


Wie zal het innerlijke geluk durven schatten, dat in de ziel van elk dezer menschen verborgen ligt? De zanger zit misschien nu ergens op een bemodderde stoep, aanschouwt den hemel met zijn blinkend maan- en sterrenlicht, en zingt blijmoedig in den stillen, geurenden nacht: in zijne ziel is geen verwijt, geen boosheid of berouw!

Zijne volgelingen, de Graalridders, waartoe ook mijn geliefde behoorde, zond die koning de wereld in om hem die heilige taak te helpen vervullen en, waar deze ook heentrokken, steeds bleef de heilige glans van den Graal hen omzweven en maakte hen sterk en schier onoverwinlijk. Zoo was het vele jaren, tot eindelijk de menschelijke boosheid de macht van den Graal kwam verstoren.

Zoo bedierf de boosheid van Fortarrigo het goede voornemen van Angiulieri, terwijl hij toch ter plaatse en op tijd hem niet ongestraft liet loopen. Vijfde Vertelling. Calandrino wordt op een jong meisje verliefd. Bruno maakt voor hem een schriftelijken talisman, waardoor zij hem volgt, als hij haar daarmee aanraakt.

Maar, terwijl de Vroedschap nog over dit laatste punt beraadslaagde, waren de doldriftigsten onder de Amsterdamsche heethoofden nog steeds aan 't overpeinzen, wie alzoo mede konden betrokken zijn in het verraad op groote schaal, waarvan zij de De Witten verdacht hielden: en zoo gebeurde het, dat men, hetzij domheid, hetzij, wat waarschijnlijker is, doemwaardige boosheid, den naam van De Ruyter noemde.

Ambrogiuolo werd denzelfden dag aan den paal gebonden en met honing ingewreven en tot vreeselijke straf door muggen, wespen en horzels, waarvan dit land vol is, niet alleen gedood maar eindelijk tot op het gebeente verslonden. Zijn gebleekte beenderen, nog slechts samenhangend door pezen, gaven nog lang, zonder te worden weggenomen, aan iedereen getuigenis van zijn boosheid.

Misschien is het door de boosheid van 's menschen natuur, die ons er toe brengt op nieuwe dingen te vitten en te hunkeren naar den goeden ouden tijd die niet altijd goed was in alle opzichten maar men is toch niet zeer ingenomen met de nieuwe verschijnselen en in het geheel niet overtuigd, dat het candy-pullstelsel in eenig opzicht een verbetering van het verleden is.

Zij trekt de gevoelige harten tot zich en geeft eene zoete ontroering van medelijden; de boosheid en de gramschap integendeel stooten den aanschouwer terug. Ik heb mij niet bedrogen, lieve, die werkman is een slachtoffer van den langen Winter. Zie, zijne kleederen zijn niet slordig, niet gescheurd! Laat ons bij hem gaan; ik durf hem wel de oorzaak zijner smart vragen."

Nog slechts weinige schreden was hij van de woning verwijderd toen de oude pachter zijn heer ontdekte. "Goddank, genadige graaf!" riep hij in verrukking uit: "Goddank dat gij gekomen zijt, want zij staan gereed met hem te vertrekken, en zonder dat ik zulks verhinderen kon. O, nu zal de boosheid verijdeld worden!

Polsbroekerwoud was met huivering de trappen opgeklommen, en had met angst zijn hoed aan de deur afgegeven, toen zij er toch toe kwamen, om "de verderfelijke spelonk der menschelijke boosheid" in te treden.

Wie eens anders huis uit boosheid den rooden haan opzet, is geen Fries, hij is een hoerenkind, met basterd bloed. Kan men hem op heeter daad vatten, dan moet men hem in het vuur werpen. Hij mag vlieden zoo hij kan, nergens zal hij veilig wezen voor de wrekende hand. Geen echte Fries zal over de misslagen zijns naaste mallen of kwaadspreken.