Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 15 juni 2025
Weer klinkt het dringend tot de koningen, graven en hertogen, die onderling oorlog voeren: Het is tijd het schild "van sabel en van goude", het "lazuren" schild met de leliën op te nemen. Dan dreigend: Wie niet stoutelijk voorwaarts gaat en zijne moeder wreekt hij zal er voor boeten! Overredend klinkt het daarop: Waarom wil elk slechts vreugde? Wij moeten immers toch eens sterven?
Zoo wanneer daar een man is dermate boos, dat hij onze naburen berooft, doodslagen pleegt, huizen in brand steekt, maagden schendt, wat het ook zij dat boos is, en onze landgenooten willen dat gewroken hebben, dan is het recht, dat men den dader vatte en in hunne tegenwoordigheid doode, opdat daar over geen oorlog kome, waardoor de onschuldige zoude boeten voor den schuldige.
Echter beschouwen wij dit niet als een volledig Corpus of wetboek, maar veeleer voor een handboek voor de Keizerlijke Graven en Ambtenaren, om daarop regt te doen, ook ter berekening der breuken en boeten. Hieruit zoowel als van elders blijkt, dat de Friezen destijds in vier standen of klassen verdeeld waren.
"Ik wou toch dat ik den goeden jongen van dienst kon zijn," zei Pols, die al de onaangenaamheden van Bern weêr vergat, en gelukkig zijn noteerboekje niet voor zich had, waarop de boeten en kosten in een geregtelijk proces de grootste post waren; "ik zou dien Mijnheer Lurgrave wel eens willen spreken.
Doch één gebleven was de natie, één met zijn vorst! Dit schonk nog hoop op een betere toekomst. Napoleon was edelmoedig te Berlijn. Onverbiddelijk gestreng moest Davoust optreden tegenover iederen aanslag op het eigendom der burgerij. Weldra waren de winkels dus weder geopend en hernam alles ongeveer zijn gewonen loop. Maar de adel moest boeten.
Vermenging van ernst en spel kenmerkt de zeden op allerlei gebied. Vooral in den oorlog wordt gaarne een komisch element gebracht: de spot der belegerden over hun vijand, dien zij dikwijls bloedig boeten.
Daarop liet hij fluisterend volgen: »De koning is woedend, en bedreigt uw leven. Gij moet vluchten. Mijne lieden gehoorzamen mij blindelings en zullen u niet vervolgen; ik ben echter oud en Perzië verliest er niets bij, als ik met mijn hoofd mijne ongehoorzaamheid boeten moet."
Om den verloren tijd in te halen trapt hij woest voort; te groote snelheid: drie mark. Hij rijdt door een straat, waar de passage voor wielrijders verboden is: drie mark. In den snellen gang is zijn bel los geraakt: een agent beboet hem, omdat de bel geen helder geluid geeft: drie mark. Die boeten, die hem ophouden, houden hem op straat tot het donker wordt. Hij heeft geen lantaarn: drie mark.
Dus moeder, ik word geen koster: je verdient toch weinig, en wat je verdient vliegt weg aan boeten. Iedereen klaagt over 't zelfde. Ik word herder, en als ik goed zorg voor wat me toevertrouwd wordt, dan houdt mijn baas van me. Crispin houdt veel van melk. Wie weet, of ze me niet een koe-kalfje geven, als zij zien dat ik me goed gedraag.
Maar mij naderde een witte man tusschen tal van witte maagden en zij tikten de sistrum-snaren. En de man, die Clitifo was, bood mij de zilveren asters. Ik boog mij, ik at. Ik was mijzelve, mensch vóor Clitifo. De weg terug, zeide hij, of hij alles wist; is de weg, die nutteloos schijnt, maar nuttig der boete is. Heer, zeide ik; wat is mijn zonde, waarvoor ik moet boeten?
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek