Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 15 juli 2025
Dit geschiedde echter niet zonder hevigen strijd. Zelfs leed de Bisschop OTTO II in 1226 daarbij eene zóó geduchte nederlaag, dat hij de krijgszuchtige poging, om zijn gebied te vergrooten, zelf met den dood moest boeten. Zijne opvolgers trachtten hun gebied ook in de Stellingwerven te vestigen, doch hadden zeer veel moeite zich daar staande te houden.
Ja brave dokter Helmond, die wel voor een muziekmeester maar niet voor mij kondt terugkeeren, boeten zul-je; ik zal je inwikkelen, inwikkelen, en met je schoone vrouw, totdat ze, voor den duivel, in mijn armen zal toestemmen dat ik haar redder werd! En wat wil men nu? peinst Kartenglimp iets kalmer voort.
Ook kon men van dat Lidmaatschap vervallen worden verklaard, tot straffe voor het niet voldoen aan de vastgestelde wetten, keuren, boeten of ordonnantiën.
Schelden en vloeken waren streng verboden; wie het gebod overtrad, werd vóór een rechtbank gedaagd van zes mannen, die uit en door de badgasten gekozen werd. Als men weigerde te verschijnen, kon men zelfs met zweepslagen ertoe gedwongen worden. Betaalde boeten werden door een daarvoor aangestelden penningmeester in ontvangst genomen en maandelijks onder behoeftige badgasten verdeeld.
Gewoonlijk is het op het eiland nog al somber, en het leven vloeit er voort bij peuterigen arbeid, die altijd eender is. De mannen visschen of halen de ponten of schuiten binnen met turf en proviand, boeten de netten, schilderen hun muren over, terwijl de vrouwen het huis schoonhouden, linnen wasschen, met de kleine kinderen buiten wandelen of aan het lossen van de booten helpen.
In alle plaatsen, die onder de hoogere rechtspraak van Amsterdam behoorden, hielp beboeting niets, want de vervolgden, die te Amersfoort en te Utrecht in boeten geslagen werden, kwamen in hooger beroep en werden geregeld door de rechtvaardige Rechtbank van Amsterdam vrijgesproken. Hetzelfde geschiedde door de Rechtbank te Heerenveen.
Lidewyde, dacht hij, mogt niet boeten voor een trek, dien de kans haar gespeeld had. Argeloos was zij herwaarts gekomen; argeloos had zij zich opgesloten; argeloos rustte zij in zijne nabijheid. Het zou eene laagheid geweest zijn, die rust op eenigerlei wijze te verstoren. Op eene proef van vele uren zou dat heldhaftig besluit misschien bezweken zijn.
"Neen, neen, het is te veel!" antwoordde de oude Bertulf. "Rambold Tancmar moet zijne wreedheid boeten; maar laat u niet aldus door uwe wettige woede tot uitzinnigheid vervoeren; in alles moet de mensch met beradenheid te werk gaan." Burchard bleef eene wijl hoorbaar hijgen. Dan sprong hij eensklaps recht, dreef zijne ooms van zich weg en liep buiten de zaal.
Scherpenzeel stelde zich in postuur, keek en mikte lang, en was even gelukkig als Joan: en Botbergen, die het laatste nommer had, wierp insgelijks den koning om. Nu moesten zij drieën, volgens de wet van 't spel, weder overspelen, om te zien wie den algemeenen inleg en de boeten, bij dezen toer betaald, zou ontvangen.
Zoo wilde hij de huichelaarster, die zich vermeten had met hem, den machtigen koning, een misdadig spel te spelen, tuchtigen en doen boeten. Vervolgens zeide hij tot zichzelven: »Bartja moet van hier, want vuur en water zullen eer te zamen vrede hebben, dan dit gelukskind en ik, beklagenswaardig mensch! Zijne nakomelingen zullen eens mijne schatten deelen, en deze kroon dragen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek