United States or Iraq ? Vote for the TOP Country of the Week !


JAN BOENDALE, de schrandere schepenklerk van Antwerpen, zag het wel, toen hij in zijn Lekenspieghel zeide: "vroeger, toen de edelen ouder gewoonte nog buiten woonden en onderling huwelijken sloten, hielden zij den adel hoog en waren edelen met eere; doch sedert zij om der wille van het geld naar de steden zijn getrokken, heeft hebzucht de schuldelooze edelheid onder de voet geworpen.

Evenals voor BOENDALE heeft ook voor WILLEM de dierfabel slechts waarde als voertuig van nuttige leering: "Zoo sprac Reynaert, ende hi was vroet" daarmede besluit hij een zijner dierfabels en in een andere waar hij een hond doet spreken, acht hij zich verplicht den lezer te waarschuwen: Niet dat honden yet spreken moghen, Mar in 't ghelijcke wert vertoghen Menighe leer tot onser bate .

Onder de makers van leerdichten zien wij burgers, ons bij name bekend: den chirurgijn JAN DE WEERT, den schepenklerk JAN BOENDALE, naast ongenoemden uit den geestelijken stand: den "simpelen clerc", die den Spiegel der Zonden samenstelde; den "armen pape", die de Bediedenis der Misse berijmde.

Dat zij daar den volkeren leeren, hoe men den arbeid der samenspanning bevrucht; dat zij daar de gronden leggen van lateren rijkdom, van vrijheid en van burgermacht.... En zijt even groot op het gebied der kunst: geeft der wereld schilders als de gebroeders Van Eyk, als Van der Weyden, als Memlinck; schenkt haar dichters als Van Maerlant, Van Heelu, Van Velthem, Van Boendale: streeft alle natiën vooruit in beschaving, in arbeid en in kunst!

Het gewicht van het nieuwe in de literatuur heeft BOENDALE reeds gevoeld; hij heeft ook beseft dat ware poëzie geboren kan worden slechts uit belangelooze aandoening en aandrift, en niets gemeen kan hebben met eenige zelfzucht.

Stond MELIS STOKE nog vijandig tegenover de Vlamingen deze Hollander vond zijne voorname leermeesters in den Vlaming MAERLANT en den Brabander BOENDALE. In HILDEGAERSBERCH'S werk zien wij voor het eerst dien ontwikkelenden invloed, door het Zuiden op het Noorden geoefend, waarvan wij ook in het vervolg van dit werk meermalen zullen gewagen.

MAERLANT zwijgt over de democratische beweging zijner dagen, die opkwam toen hij reeds bejaard was; doch hij heeft er zich toch niet vierkant tegenover geplaatst zooals BOENDALE. MAERLANT bewerkte den Rijmbijbel; BOENDALE voegde bij het werk van zijn voorganger slechts het een en ander uit de apocriefe evangeliën .

Een geleerd dichter als MAERLANT of BOENDALE was hij allerminst; Latijn kende hij niet en zijne boekenkennis zal zich in hoofdzaak wel bepaald hebben tot den bijbel . Destemeer zal hij zijn voordeel hebben gedaan met wat de geleerde "clercken" vóór hem hadden gedicht.

Behalve JAN BOENDALE zijn ons slechts enkele dichters, die tot deze groep behooren, bij name bekend. Hunne beweegredenen tot dichten mogen onderling verschillen, alle wortelen zij toch in het godsdienstig of zedelijk gemoedsleven.

BOENDALE is het hier geenszins met zijn voorganger eens. In zijn Lekenspiegel sprak hij de overtuiging uit, dat de menschen tegenwoordig even goed zijn als vroeger. In zijn Teesteye neemt hij die stelling in het eerste hoofdstuk reeds weer op, gaat na hoe het komt dat wij het voorgeslacht zoo prijzen, betoogt de waarheid zijner stelling met voorbeelden uit het Oude en het Nieuwe Testament, en hangt daarna een zóó verlokkend tafereel op van de braafheid en vroomheid zijner tijdgenooten dat men een oogenblik aan ironie denkt; doch uit het gansche werk blijkt dat men den dichter ook hier moet houden aan zijn woord. Deze verheerlijking van zijn tijd komt in een eigenaardig licht te staan, indien men haar naast den proloog van het werk plaatst. BOENDALE heeft zijn Teesteye opgedragen aan een machtig en invloedrijk edelman, ROGIER VAN LEEFDALE, kanselier van Brabant en burggraaf van Brussel. Heer ROGIER was blijkbaar een MAECENAS voor BOENDALE. De dichter verzekert dat hij zijne dichtkunst wil stellen ten dienste en ter eere van zijn hoogen beschermer en diens gemalin AGNES VAN CLEVE. Hoog verheft hij beider lof, zelfs hunne namen deelen daarin: wie kan mooier namen bedenken dan: ROGIER EN ANGENEESE?