United States or New Zealand ? Vote for the TOP Country of the Week !


Al ware zij ook onvolkomener dan zij is, dan nog zouden wij BOENDALE dankbaar moeten blijven voor dezen eersten stap op een onbetreden weg; niet het minst voor die fraaie slotregels, waarin voor de eerste maal in deze lage landen bij de zee verkondigd is, dat men dichter geboren moet zijn en dat een recht dichter zingt, "al zong hij zichzelve' alleen" .

Het had BOENDALE getroffen dat de poëzie langzamerhand uit de handen der meistreelen en "clercken" overging in die der burgerij; en daar de dichters voor hem blijkbaar de dragers van het ideaal zijn, tracht hij de komende dichters in het rechte spoor te brengen. Vandaar zijne omschrijving der eischen waaraan een dichter behoort te voldoen.

Zij vonden er nuttige kennis en dingen die hunne algemeene ontwikkeling konden bevorderen naast lessen voor de practijk des levens; zoo wekt BOENDALE de landsheeren op tot zorg voor het algemeen welzijn; de poorters tot onderlinge eendracht, te waken tegen zelfverheffing, hunne kinderen op hun zevende jaar naar school te zenden om lezen en schrijven te leeren . Doch sterker invloed nog zal hij geoefend hebben door zijne verheffing van het geestelijke boven het stoffelijke.

Veel gewichtiger echter voor ons doel is het bekende hoofdstuk uit het derde Boek van der Leken Spieghel. Het heeft BOENDALE getroffen, dat in zijn tijd zooveel leeken naast de "clercken" optreden als dichters; daarom acht hij wenschelijk uiteen te zetten, wat noodig is om een recht dichter te zijn. Wenschelijk, want: "dichten en is geen spel."

MAERLANT brengt zijns ondanks hulde aan de bevalligheid der ridderpoëzie waartegen hij in later tijd te velde trok en BOENDALE volgt hem ook in die hulde. MAERLANT zelf werd bewonderd en geprezen door wie na hem kwamen en AUGUSTIJNKEN VAN DORDT na zijn dood geroemd als "een constenare fijn."

Sprekend over de moordenaars van Graaf FLORIS, zegt MELIS STOKE: Dat dese verraders hebben ghelaten Den maghen verwijt: si moghense haten. Hier wordt de verantwoordelijkheid der magen voor de daden van één hunner erkend. De Antwerpsche stadssecretaris JAN BOENDALE stelt in zijn Lekenspieghel de vraag: of men magen en vrienden moet helpen en ondersteunen.

Het mag de vraag heeten of deze dichters in staat waren tot het voortbrengen van belangrijke literaire kunst, maar zeker hebben zij er niet naar gestreefd. Het leerdicht der 14de eeuw vindt zijn meest typischen vertegenwoordiger in den Antwerpschen "scepenclerc" JAN BOENDALE, die waarschijnlijk in het laatste kwart der 13de eeuw geboren is.

Met groote werken als die van MAERLANT en VELTHEM kon men vooreerst zijn begeerte naar kennis der geschiedenis bevredigen; BOENDALE moge in zijne Brabantsche Yeesten deels MAERLANT'S werk overnemen, deels de geschiedenis van zijn eigen tijd verhalen meer en meer kiest de historiographie den vorm der proza-kroniek.

Wat SNELLAERT in de Inleiding zijner Ned. Ged. uit de 14de eeuw, bl. XXV heeft medegedeeld over de gelijkenis tusschen Teesteye, Boec van der Wraken en Melibeus, is zeker niet voldoende om ons te overtuigen dat deze drie werken van één maker moeten zijn; doch geeft voldoende reden om een afzonderlijk onderzoek in te stellen. Daarbij zou ook het overige werk van BOENDALE moeten geraadpleegd worden.

MAERLANT'S werken, o.a. zijne strophische gedichten, zijn hem niet onbekend gebleven; doch meer had hij te danken aan het werk van BOENDALE die een paar geslachten ouder moet zijn geweest dan de Hollandsche spreker. Stukken van der Leken Spieghel zijn door WILLEM in zijne werken opgenomen.