Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 17 mei 2025


De appels bloosden rood als vuur tusschen het bruin en geel der bladeren; de mooie peren schitterden als goud; en onder elken stam lag het kortgroen gras er mee bezaaid, alsof bij ieder boompje speelsche kinderen daar hun volle mandjes hadden omgekeerd.

Het was de moeite waard, de verschillende houding der schoonen gade te slaan, die dit onderzoek ondergingen. Eenigen bloosden: anderen namen eene trotsche houding aan; sommigen zagen strak voor zich heen, als of zij geheel niets wisten van hetgeen er voorviel: anderen poogden een glimlach te bedwingen, en twee of drie lachten hard op.

Zijn wangen, die geen jongenswangen meer waren, bloosden, hij struikelde over zijn woorden, onderbrak zich telkens met een: Dat is nou beroerd.... Neen, laat ik dit niet zeggen.... Och, waarom?

Het werkte prikkelend op hem in, het wond hem hoe langer hoe meer op, zijn oogjes glinsterden en zijn koontjes bloosden; hij dronk maar grif de "dreupelkes" en "pijntsjes" uit, die hem voortdurend werden aangeboden; en, toen hij met invallende schemering op de boerderij terug kwam, liep hij een paar keer tegen de stammen van den boomgaard aan, voor hij de deur van 't huis kon vinden.

En het ging.... wij zweefden zacht en zwierden en een heerlijke viooltjes-lucht dreef als een wierook met ons mee. Haar wangen bloosden, haar mond glimlachte en haar oogen schitterden: zij genoot, zij was tevreden en gelukkig.... gelukkig door mij! Ik weet niet meer hoe lang we zoo gereden hebben. De tijd hield geen rekening meer.

Ze hebben de ure gekend, dat ze bloosden over hun eerste kleine leugen. Hun conscientie was nog teeder. Maar nu zijn ze op; ze zijn weg; ze zijn een uitgebranden haard gelijk. Schimmen, geen menschen meer. Ze zijn er nog; maar het is, alsof ze er niet meer waren. Ze zijn zedelijk, ze zijn als personen, ze zijn in hun karakter vernietigd. Vernietigd tot onherkenbaar wordens toe.

Al stonden ze op de kloefen, kortgerokt en den balen voorschoot aan, ze bloosden maar niet van schaamte en ze hadden leute om hunne verwaarloosde, vreemde zondagdracht. De meiden zijn naar 't dorp en wij waren tewege naar den stal, zegde de oudste. Dat gebeurt bij ons ook, doe maar vrij, merkte Odo. En hoeveel koeien hebt ge te melken, Anna? en hij duwde op dien naam, met slimmen toon.

Dat leefde, dat fonkelde en tintelde van miljoenen en miljoenen kristalheldere lichtfacetten en men snoof met ruime longen de scherp-prikkelende lucht op, alsof men bedwelmend heerlijke geuren inademde. 't Was leven, léven en genieten; de wangen bloosden, de oogen straalden en door het gansche lichaam stroomde een jonge, forsche kracht, die onuitputtelijk en onvermoeibaar scheen.

Hare blikken volgden 't zonnig geklots van het water, waarin donkerend wegkronkelde de schaduw van een bootje. Hare kaken bloosden. Ze hoorde om haar 't bedwelmend rumoer van de ijverige stad en voelde, van weerskanten haar lijf, den haastigen gang der menschen. Even aarzelde ze nog.... Ze liep nu weeral. Ze smeet haar hoofd achterover in wild gebaar.

Dien morgen ging hij een half uurtje vroeger dan anders in de gewone "stamenees" zijn "dreupelkes pakken". Zijn oogen lachten Schalksch van innige pret, zijn koonen bloosden, hij kwam bij zijn vrienden, haalde 't geïllustreerde blad half dichtgevouwen uit zijn zak, streek de haren van zijn kin weg en liet hen naar het konterfeitsel kijken, terwijl hij grinnikte, ijdel als een kind: Hm!

Woord Van De Dag

uitgekregen

Anderen Op Zoek