Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 5 juli 2025


Het vliegt naar het kruis, en het gelukt hem éen doorn los te pikken en te rukken.... Op dat oogenblik viel een droppel bloed op hem, en verfde zijn borstje rood. Planten. Het Christelijk element treedt hier sterk op den voorgrond. De Mariadistel heeft wit-gevlekte blaren, omdat, toen Maria haar kind de borst gaf, daar een druppel melk op viel.

Het was toen heel mooi, maar in mijn oog is het nu mooier, want in die schijnbare ontsieringen lees ik een heele geschiedenis. De ijdelheid is opgeofferd; dit vereelte handje heeft nog iets beters dan blaren opgedaan, en ik geloof zeker, dat het naaiwerk door deze beprikte vingertjes verricht, lang zal duren, daar de steken met zooveel goeden wil gemaakt werden.

Dáár zocht niemand hem, zooals van zelf spreekt, want al meende de zoeker soms, dat hij zich daar wel verscholen kon hebben, dan ontbrak hem nog meestal de moed, om zich een pad door die lastige planten te banen. Bob had dit wel gedaan, maar het had hem ook een flink aantal blaren bezorgd, die hem niet weinig pijn deden.

De zonne was middelerwijl gezonken en brandde nu heur goud schuin in warm groen over de blaren, met dikke schaduwvlekken. De bloemen stonden stil en de vogels speelden en waren doende in eigen genot. De rust daalde merkbaar met de koelte van den uitslependen achtermiddag.

Nog ijdel staan de boomen, in de blauwe lucht, en blaren en zie 'k ze hebben, meer als of ze dood en duister waren voor goed nu. Lang is alles zwart en zonder zap gebleven, dat wijleneer zoo groene stond in 't zoete zomerleven. 't Is zwart nu al, tot boven in de hooge abeelensprangen, daar zwarte en zware bonken in van aksternesten hangen.

Het vochtige geboomt strijdt om zijn laatsten dosch, En laat het nog zoo noô van twijg en stengel los. Alleen de krachtige eik draagt fier zijn bonte blâren, Al dorden aan zijn voet de rimpelende varen, Al slaat de braamstruik, aan een purper-groene loot, Zijn laatsten looverpronk van hel en gloeiend rood Om 't bruin en vochtig mosch van tronk en wortlen henen.

Toen hadden de loofboomen al hun blaren verloren, de grond onder hen was zwart geschroeid, de menschen waren zwart van den rook, en dropen van zweet, maar de boschbrand was teruggeslagen. Hij vlamde niet meer. De rook kroop wit en zacht over den grond, en daaruit schoten een massa zwarte staken op. Dat was alles wat van het mooie bosch was overgebleven.

De landen liggen beneden Hun zalige voeten gespreid, En boven hun hoofd is het Eden Der blauw-gouden oneindigheid. De wolken beginnen te varen, De boomen in wiegeling Hebben gezang van blaren, En alles Herinnering, Het Heden , en het Verwachten, Het nooit moede licht van de zon, Het korengeel, het smaragd en Het bloemenrood bij de bron,

Zooals Barend daar tusschen de takken en blaren gezeten was, had hij volkomen den tijd om zich alles te herinneren wat het negatieve vriendschapsvuur voor dien persoon in zijn binnenste kon brandende houden. Bij alles herdacht hij ook zijn laatste bezoek op Vredelust.

't Is wijd en breed al, ommentom, 'k gevoel 't nu, aan de baren des wilden Winds, die henentuimt en, tierende onder 't hout, zijn' stemme schijnt te missen en zijn' tale, die zoo boud, zoo bulderende, aan 't roepen zat, hier voortijds in de blâren. 't En wonen meer geen' vogels in de boomen!

Woord Van De Dag

dompelende

Anderen Op Zoek