Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 8 juni 2025
Pas is een algemeen aardrijkskundig woord, dat in sommige oorden van Gelderland gebruikelik is in de beteekenis van boschje, vooral van eene kleine groep boomen, by elkanderen in een open veld staande. Als men dit weet zijn de geslachtsnamen Berkenpas en Wilgenpas duidelik van beteekenis. Men zal hier wel aan de beren van den brummel- of braamstruik te denken hebben.
Trotsche eiken met hun grilligen groei, soms zwaar getooid en bekropen door klimop en kamperfoelie, verrijzen naast beuken en berken, terwijl varens en paardenstaart, die een hoogte van twee meter hier bereiken, braamstruik en woudroos, een wildernis formeeren, die soms denken doet aan verhalen van Aimard, en verwonderd zou men bijna niet zijn, een Indiaan te zien, jagend op het een of ander wild.
Het vochtige geboomt strijdt om zijn laatsten dosch, En laat het nog zoo noô van twijg en stengel los. Alleen de krachtige eik draagt fier zijn bonte blâren, Al dorden aan zijn voet de rimpelende varen, Al slaat de braamstruik, aan een purper-groene loot, Zijn laatsten looverpronk van hel en gloeiend rood Om 't bruin en vochtig mosch van tronk en wortlen henen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek