Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 13 juni 2025
"Dat uw schrift onleesbaar is, zoodat de Heer Van Baalen de handen van schrik in elkander zal slaan, wanneer hij het ziet: en dat ik de hulp van Mejuffrouw Blaek, die zich volkomen verstaat op het ontcijferen van allerlei hiëroplyphen en manuscripten, heb moeten inroepen, om er uit wijs te worden."
Al wil je mij niet tot galant, gij ontvangt toch visites van Heeren. Voor Huyck blijft de deur niet gesloten, en wie is deze snaak? Zeker de betaalmeester en chef! He?" "Blaek!" riepen Reynhove en ik, hem van weerszijden bij de hand nemende: "Stel u toch zoo niet aan. Ga met ons!"
"Omtrent," antwoordde ik: "alleen weet ik niet, hoe gij beiden u thans hier bevindt, noch welke uw uitzichten voor de toekomst zijn." "Gij weet," hernam Van Lintz, "dat mij de heer Blaek, om redenen voor u van geen belang, zijn dienst had toegezegd.
"Foei!" zeide ik: "is het geld al op, dat de Jongeheer Blaek u gegeven heeft om de gangen van eerlijke meisjes te bespieden?" "Heerlijke meissies! Na doch!" zeide Simon, het hoofd schuddende. "Ja zeker eerlijk! En zoo ik mijn vader dergelijke stukjes van u verhaal, zal hij u afleeren, u met zulke knoeierij op te houden." "Khom! word dan thoch maar niet boos. Khan ik 't 'elpen?
Tegen dezen wenk, of dit bevel, was niets in te brengen: ik trad derhalve naar Mejuffrouw Blaek, en haar mijn dank betuigende voor haar vriendelijk onthaal, vroeg ik, of zij mij ook eenige bevelen te geven had voor Amsterdam.
Al het gebeurde had echter eenige stilte bij de aanwezigen teweeggebracht, en maakte dat het feest, wat althans de vroolijkheid betreft, niet volkomen aan Tantes verwachting beantwoordde: vooral de Heeren Blaek, vader en zoon, waren afgetrokken van gedachten, en het kwam mij voor, dat het beiden een verlossing scheen, toen hun rijtuig werd aangemeld, waar zij dan ook niet vertoefden gebruik van te maken, maar zich dadelijk verwijderden: terwijl ik kort daarna met den Heer Van Baalen den terugtocht naar Amsterdam ondernam.
Wij waren op dit oogenblik het hakhout uit en aan een binnenweg gekomen, waar ik op eenigen afstand het rijtuig van den Heer Blaek zag staan: en, zelf oordeelende dat hij mijn geleide niet verder noodig had, keerde ik, na wederzijdsche groete, langs den weg terug dien ik gekomen was.
"En waarom durfdet gij niet tot mij terugkeeren?" vroeg Helding: "wist gij dan niet, dat het hart van den ouden man altijd voor u openstond?" "Lodewijk Blaek!" mompelde Sander: "was hij de schurk die u bedierf? O! dat ik hem hier had, om hem zijn laagheid betaald te zetten!"
De Heer Blaek was bereids verschenen en wandelde in een blijkbaar vrij onrustige gemoedsbeweging onder de eikeboomen op en neder. Mijn vader bejegende hem zeer beleefdelijk; waarschijnlijk wilde hij de koelheid goedmaken mijner moeder, die hem nog de slechte ontvangst van mijn aanzoek niet wel vergeven kon.
"Dat spreekwoord gaat niet door," zeide Mejuffrouw Blaek, droog weg: en als willende zij mij te kennen geven, dat zij niet van plichtplegingen hield, vroeg zij mij op een kouden toon of ik ook wist, hoe laat het ware. "Dat zou ik u moeilijk kunnen zeggen," antwoordde ik: "want mijn uurwerk heeft mij de poets gespeeld van stil te gaan staan.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek