Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 13 mei 2025
Hij kwam, uw moeder kwam, Mejuffrouw Suzanna kwam in 't kort het was een tooneel vol desolatie en drukte. Op de schrijftafel van den overledene lag een toegelakte brief aan zijn zoon: dien vermoeden wij, dat licht over het geval zoude verspreiden: enfin! hij moest kennis van het gebeurde dragen en ik zeilde dus naar dit eiland af met een driedubbele missie." "En...? Mejuffrouw Blaek...?"
Ziehier het lijstje der sedert gisteravond aangekomen personen." Volgen de lieden die met de schuiten gekomen zijn." Ik gevoelde een vreemde gewaarwording, toen ik den Heer Blaek en de zijnen zoo zonderling verzelschapt zag.
een bres beklimmen en halverwegen worden gestuit. De verbazing, welke zich op de drie onderscheidene troniën vertoonde, leverde een kluchtig en veelbeteekenond contrast op. Bij den ouden Heer Blaek scheen zij vermengd met een gevoel van angst en toorn, 't welk hem den mond wijd deed openen en den knop van zijn rotting krampachtig vastknijpen.
"Ik hoop," zeide Van Lintz, "dat dit geen cartel van den Heer Blaek is? Wacht u voor dien man; hij ware niet te goed om u zonder waarschuwing overhoop te schieten." "Neen," zeide ik: "dit briefje is niet van hem; maar echter vordert het van mij, dat ik mij iets vroeger van hier verwijdere, ten einde het antwoord gereed te maken." Dit gezegd hebbende rees ik op en verliet het vertrek.
"Het is waar," zeide ik: "ik spreek van den tijd, toen ik nog een knaap was: de Heer Blaek kwam somtijds bij mijn vader: beiden hadden toen betrekkingen bij de Oost-Indische Compagnie.... Mijn vader is thans Hoofdschout te Amsterdam."
"Bij den Heer Blaek," antwoordde Reynhove: "ik heb zijn zoon op de paardenmarkt leeren kennen en heb niet kunnen weerstaan aan zijn pressante invitatie, om eenigen tijd bij hem te komen passeeren."
Nog had hij niet uitgesproken, toen de deur openging. Kapitein Holmfeld trad binnen, deed een stap zijwaarts en liet iemand door, wiens bijzijn wij er verre af waren te verwachten of te wenschen Lodewijk Blaek.
"Amelia? Zij is toch waarlijk geheel onschuldig aan het voorgevallene." "Ma foi!" zeide Heynsz, glimlachende: "niet zoo geheel en al. Had zij niet in de oogen gestoken den Heer Blaek, deze haar niet had achterna gevolgd en was niet aangekomen hier: enfin! het eene is een gevolg van het andere." "En Kapitein Pulver?" vroeg ik.
Een oogenblik daarna kwam het rijtuig van den Heer Blaek terug: een schijnbaar onbeduidende wenk, door dezen aan den koetsier gegeven, en welken de laatste met een hoofdknik beantwoordde, bevestigde mij in mijn vermoedens omtrent de wijze, waarop de Graaf ontsnapt was.
"Niet! weet gij ons gesprek niet meer op het strand, eer wij Lodewijk Blaek ontmoetten? Toen zeide ik immers reeds: zet dat uit uwe gedachten. Maar goeden raad vergeet men gauw."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek