Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 12 juni 2025


Nu was Mevrouw Bird een bescheiden en verstandig vrouwtje een vrouwtje, dat nooit zeide: "dat heb ik u wel gezegd," en hoewel zij bij deze gelegenheid wel wist welken loop de gedachten van haren echtgenoot namen, was zij voorzichtig genoeg om zich daarmede niet te bemoeien en bleef maar stil zitten, zich gereed houdende om de meeningen van haren heer en meester aan te hooren, wanneer het hem goeddacht die te kennen te geven.

Na eene poos opende Mevrouw Bird eene kleerkast, en daaruit een paar sterke japonnen nemende, zette zij zich bij haar werktafeltje en begon met schaar, naald en draad aan het "uitleggen", dat haar echtgenoot had aanbevolen. Zij bleef druk daarmede bezig, tot de klok twaalf sloeg, en zij het zachte geratel van wielen hoorde.

"Hebt gij naar mij gevraagd?" zeide Mevrouw Bird vriendelijk. "Ik hoop dat gij u nu beter gevoelt, arme vrouw." Een diepe, angstige zucht was het eenige antwoord; maar zij sloeg hare donkere oogen op, en zag Mevrouw Bird aan met zulk een jammerlijk smeekenden blik, dat het goede vrouwtje zelve tranen in de oogen kreeg. "Gij behoeft voor niets bang te zijn. Wij zijn hier vrienden, arme vrouw.

En om ze wat hardsterkends te eten en wat oude kleeren te geven, en weer stil te laten heengaan?" "Ja zeker, lieve, dat zou voorthelpen zijn." Mevrouw Bird was een blozend en zachtzinnig vrouwtje, omtrent vier voet lang, met zachte blauwe oogen, eene heldere fijne kleur en het zachtste, liefste stemmetje van de wereld.

Het is denkelijk, dat ik hem nooit zal weerzien." De kalme toon waarmede de vrouw dit zeide, had een oppervlakkig opmerker kunnen doen denken, dat zij geheel onverschillig was; maar er sprak eene stille, diepe zielesmart uit hare donkere oogen, die geheel iets anders aanduidde. "En waar denkt gij nu heen te gaan, arme vrouw?" zeide Mevrouw Bird. "Naar Canada, als ik maar wist waar dat ligt.

Mr. Bird en zijne vrouw waren weder naar de voorkamer gegaan, waar, hoe vreemd het ook schijne, door geen van beiden het vroegere gesprek weder werd aangeroerd. Mevrouw Bird hield zich met haar breiwerk bezig, terwijl haar man deed alsof hij de courant las. "Ik ben benieuwd wie en wat zij is," zeide Mr. Bird eindelijk, zijne courant neerleggende.

Zij was tamelijk bijdehand, toen zij binnenkwam, en vroeg of zij zich hier even mocht warmen; en ik wilde haar juist vragen waar zij vandaan kwam, toen zij opeens flauw viel. Zij heeft nooit veel zwaar werk gedaan, zou ik denken, aan hare handen te zien." "Ongelukkig schepsel!" zeide mevrouw Bird treurig, toen de jonge vrouw hare groote donkere oogen opende en haar verbijsterd starende aanzag.

Door vele teedere, vrouwelijke dienstbetooningen, die niemand beter wist te bewijzen dan Mevrouw Bird, werd de arme vluchtelinge langzamerhand tot meer kalmte gebracht.

Eensklaps kwam er een trek van zielsangst op haar gelaat en vloog zij op, uitroepende: "O mijn Harry; hebben zij hem gekregen?" Het knaapje sprong hierop van Cudjoe's knie, liep naar haar toe en stak zijne armpjes uit. "O, hier is hij! hier is hij!" riep zij uit. "Ach, Mevrouw!" vervolgde zij, zich met verbijsterenden angst naar Mevrouw Bird keerende; "bescherm ons toch!

De vraag was onverwacht en trof eene versche wonde; want het was pas eene maand geleden dat de lieveling der familie naar het graf was gebracht. Mr. Bird keerde zich om en ging naar het venster, zijne vrouw barstte in tranen uit, en toen zij hare stem terug had, zeide zij: "Waarom vraagt gij dat? Ik heb pas een kleintje verloren." "Dan zult gij gevoel voor mij hebben.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek