Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 20 juni 2025


"Schaamt gij u niet?" vroeg de onbekende, hen met geweld van elkander rukkende: "is dit manier van doen tusschen Leidsche jongens onder elkander? Komt! staat spoedig op, en geeft elkaar de hand." "Hij scheldt mij voor Geus uit," bracht Berkheij al hijgende en stotterende uit. "En gij hem voor Papist," zeide de vreemde heer: "dat weten wij al lang.

"Zeer goed zoo," hernam de Burgemeester: "maar zoo hij een Leidenaar is, dan moet hij mij ook beloven met de andere Leidsche jongens in vrede te leven en hun daarop de hand geven; en gijlieden zult onderling hetzelfde doen," vervolgde hij tot Schaeck en Berkheij, "onder die voorwaarde alleen zal aan elk uwer de straf worden kwijtgescholden."

"Best!" hernam Arentsz.: "dan zult gij mij daarmede van avond buiten de stad brengen." "Buiten de stad," herhaalde Berkheij verwonderd. "Ja! ik heb een boodschap van den Burgemeester voor.... om 't even wien. Ik moet door de Spaansche schansen heen, en morgen hier terug wezen. Wil je doen wat ik je vraag?" "Met genoegen," antwoordde Berkheij: "en dus moet ik je morgen nacht terug verwachten.

"Welnu, Gijsbrecht Korneliszoon Schaeck! dit is de tweede reis dat ik u met eigen oogen vechten zie, en daar het mij blijkt, dat gij een verstokte zondaar zijt, zult gij acht dagen op water en brood zitten op den Gravesteen." "Mijnheer! dat is niet billijk!" zeide Berkheij, zich plotseling voor den Burgemeester stellende.

"Eilaci!" zeide er een zuchtende, "of zij ons zien of niet, zij zijn toch wel overtuigd, dat wij aan alles gebrek hebben." "Dat zal ik hun wel anders beduiden," riep een stem achter den spreker. Deze zag om en ontwaarde Berkheij, die, met een aker en een vischhengel in de hand, den wal opkwam. "Berkheij!" riep Schaeck, "wel man, ben je aan 't visschen geweest?"

Hou je nu maar klaar met de schuit, van avond tegen halftwaalf uren." Berkheij deed als hem gelast was, en 's avonds te halftwaalf uren gleed de schuit een der bogen nabij de Koepoort uit, en de Vliet op.

Twee of drie soldaten brachten de lont aan hun vuurroers en schoten op Berkheij; doch deze, beseffende dat hij toch zijn vriend niet zou kunnen verlossen, had de schuit met een fikschen riemslag weder naar stad doen keeren, en zich toen dadelijk op den bodem van het vaartuig geworpen, zoodat de kogels over hem heen floten en hij ongedeerd weder aan de overzijde kwam, waar hij afstapte en het hem toevertrouwde pand naar den Burgemeester bracht.

"En een bewijs, dat het zeewater binnenstroomt, en de verlossing op handen is," vervolgde Berkheij: "hier Sinjoren!" schreeuwde hij uit al zijn macht, terwijl hij naar de Spanjaards keek en zijn hengel heen en weder slingerde: "hier is versche zeebot! en morgen toon ik u een schelvisch, zoo gij niet voor dien tijd verzopen zijt."

Zijn oogmerk met één woord aan zijne kameraden bekend gemaakt hebbende, trad hij bedaard vooruit; doch nauwelijks was hij op de hoogte van 't Begijnhof, of, in plaats van op Schaeck aan te vallen, zwenkte hij met zijn geheele bende rechts, stormde den hoek van 't Begijnhof om, en trok daar Piet Pietersz., eer deze 't verhoeden kon, de beide beenen van onder 't lijf weg, zoodat de arme jongen op een alles behalve zachte wijze achterover rolde, terwijl zijn drie makkers door die van Berkheij deerlijk werden toegetakeld en zoogoed als buiten 't gevecht gesteld.

Berkheij voldeed, hoewel schoorvoetende, aan de uitnoodiging; doch Schaeck keerde zich wrevelig om, en al mompelende, dat de "menheir" goed spreken had en zeker zelf waarschijnlijk wel een Geus was, droop hij knorrig af.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek