Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 24 mei 2025
"Welnu, Gijsbrecht Korneliszoon Schaeck! dit is de tweede reis dat ik u met eigen oogen vechten zie, en daar het mij blijkt, dat gij een verstokte zondaar zijt, zult gij acht dagen op water en brood zitten op den Gravesteen." "Mijnheer! dat is niet billijk!" zeide Berkheij, zich plotseling voor den Burgemeester stellende.
Wanneer menschen, groot of klein, zich tot het een of ander doel vereenigen, dan kiezen zij zich doorgaans een of meer hoofden of leidslieden: en zoo hadden zich ook weldra de beide vechtende partijen elk een aanvoerder gekozen: de Roomschgezinde jongens zekeren Gijsbrecht Korneliszoon Schaeck, een dikken, stevigen krullebol, zwart van haar en wenkbrauwen, met een breeden platten neus, een frissche gezonde kleur, een wijden mond, van hagelwitte tanden voorzien, en een paar groote heldere, vroolijke blauwe oogen: de Protestanten zekeren Willem Aelbrechtz Berkheij, of Barkeij, een knaap, wiens ouders van Schotsche afkomst waren.
Ten slotte nog een voorbeeld van schraal dichter-honorarium uit het begin der achttiende eeuw: Hubert Korneliszoon Poot kreeg voor de eerste uitgave zijner gedichten en dat nog niet zonder moeite zes exemplaren van zijn werk en een "Grootmediaen Bybel" van den uitgever.
"Nu! gij zult nader van mij hooren," hernam de Burgemeester: "ik heb geen macht om u te straffen; doch ik zal dit aan uw Kapitein overlaten. En gij" hier nam hij Schaeck bij den kroeskop en keek hem vlak in 't aangezicht: "hoe heet gij?" "Gijsbrecht Korneliszoon Schaeck," antwoordde deze, hem met vrijmoedigheid aanziende.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek