Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 11 juni 2025


Na dit voorval met GARGON had BETJE in Vlissingen en in het ouderlijk huis geen leven. Haar broer LAURENS die iets had van broeder BENJAMIN maakt haar 't leven zuur. Tijdelijk vindt ze een onderkomen bij den Amsterdamschen advocaat NOORDKERK, die haar wist te kalmeeren. Maar ze moest weer terug naar Vlissingen.

Hij ging toen voort mij mede te deelen, dat hij de politie gewaarschuwd had en deze Vitalis had medegenomen, terwijl men mij in het bed van Alexis, den oudsten zoon, gelegd had. En Capi, vroeg ik, toen hij zweeg. Capi? Ja, de hond. Ik weet het niet, hij is plotseling verdwenen. Hij is de baar gevolgd, zeide een van de kinderen. Hebt gij hem gezien, Benjamin?

Ik ben een oud Hollander, die hier niet kom om zulke grillen, maar om myne affaire te doen, en bemoei my niet met het teken des Beestes, of waar zy dat opplakken; doe ook zo, en je zult wel doen. Wel, ik denk dat ik zo wel in den Bybel lees als jy, maar wie duivel heeft dáár ooit van heilige Sukkelaar gelezen? Broêr Benjamin is een zotte Vent, hoor!

Och Heer! ik heb zo maar wat zedelyke mouches, Engelsche pleister, goudvlies, balsem van Peru, lippenpommade en soortgelyke prulletjes; doch die zyn van geene kragt altoos tegen de gebreken van een ziekelyk hart. Maar gy, myne Vriendin, hebt wel andre kruiden, wil ik spreken, zegt Broêr Benjamin.

Zij glimlachte en scheen blijde, dat ik haar begrepen had. Waarom? Ik wilde juist u het eerst zien. Zij beduidde mij toen, waarom zij dit wenschte. Ik zal het u mededeelen. Daar ik gaarne eenige tijding van Martha, Alexis en Benjamin zou willen hebben, zoo moet gij met hen beginnen; daarop bezoekt gij mij te Dreuzy en gij kunt mij dan alles van hen vertellen. Lieve, goede Lize!

Zo een meisje; zo een engel; zo rein als een Kind; zo onkundig van haar gevaar; die niet eens vermoedt, dat ik de Belsebub ben, die het op haar bederf toelegt! want trouwen, Liefstetje, daar kan ik niet aan doen. Zie; zo praat ik al in en met my zelf. HONDERD-VIER EN TWINTIGSTE BRIEF. Zuzanna Hofland aan Sara: Benjamin en Slimpslamp zijn er met bijna al haar geld van door!

Ondanks den beslissenden invloed van den meester, was ik nog volstrekt zoo zeker niet, dat we gered zouden worden. Ik was bang voor het water, bang voor de duisternis, bang voor den dood. Die stilte drukte mij loodzwaar; die donkere wanden van de gang schenen mij toe met al hun zwaarte op mijn lichaam te rusten. Zou ik dan nooit Lize terugzien, noch Martha, noch Alexis, noch Benjamin?

Benjamin vergat mij evenmin; hij wilde mij ook een geschenk geven, maar eischte in ruil daarvan een stuiver, "daar een mes de vriendschap afsnijdt." Het uur ging snel voorbij; nog een kwartier en vijf minuten, en dan zouden wij van elkaar moeten scheiden; zou Lize niet aan mij denken?

Een andere algemeene indruk is, dat de afstammelingen van Abraham, Izaak en Jacob in die meer dan 5000 jaar niet veel van uiterlijk zijn veranderd en dat de achter-kleinkinderen van de twaalf zonen van Jacob er uitzien, alsof zij nog in staat zijn hun broertje Benjamin voor een ezelsvel of was het wat anders te verkoopen.

Wat hebben de blikken bussen met Venus van Medicis te maken? O! die jongelieden van dezen tijd, 't zijn allen schoften! Welk een beweging met hun Benjamin Constant. En wie geen schurken zijn, zijn pap-eters.

Woord Van De Dag

muggenbeten

Anderen Op Zoek