United States or Spain ? Vote for the TOP Country of the Week !


Maar, nog eens, nimmer drukte eenige burcht zoo loodzwaar op het land of vorderde zulke schatting aan leven en bloed; nimmer was der hoorigen lot zoo schrikkelijk, zoo troost- en hopeloos, als dat der slaven van de verschrikkelijke mijn.

Wij waren slechts veertig el onder den grond; de lucht was niet meer drukkend; de wanden van de gang wogen niet loodzwaar meer op ons hoofd; het gesuis in onze ooren had opgehouden; wij haalden vrij adem en ons hart klopte weder in onze borst. Carrory greep mijn hand en drukte deze krachtig: Ge zijt een beste jongen, zeide hij. Wel neen, gij zijt het. Ik zeg, dat gij het zijt.

Toen de schemering viel en de horizon in vlammen was gezet, moesten de jonge meisjes hun klooster weer opzoeken en moesten daarbij door het dorp gaan. Er heerschte op straat een diepe stilte, daar de wind was gaan liggen na zonsondergang; een drukkende stilte was gevolgd en scheen loodzwaar op de natuur te drukken.

Verzameling van Placaaten, XIV 97, 111, 137. Loodzwaar drukte van toen af de ijzeren hand des dwingelands op het kwijnende vaderland, tot de diepste onderwerping aan zijne willekeur gedoemd.

Gij zult ook deel willen nemen in den strijd tegen den hongersnood? Gij zult nog eene aalmoes geven? Ach, om Gods wil! gedenk dat het penningsken, dat gij wegschenkt, misschien nog intijds zal komen om eene stervende moeder te redden van den dood! O, Heer! voor welk onbekend verbreken boeten wij dan, dat Uwe hand zoo loodzwaar op ons nederzakt?

Haar hoofd werd loodzwaar, en zij gevoelde in plaats Van heure theatrale opwinding die dofheid, waar ze zoo voor vreesde. Zij had in die dofheid slechts éen verlangen: St. Clare. Zoo hij hier ware geweest, had hij haar opgebeurd en had zij verstandig kunnen zijn. En plotseling heugde haar hun laatste gesprek, te Brussel. Over vijf maanden, hadden zij beiden gezegd.

Mijn dierbaar, loodzwaar schietgeweer, U geldt vandaag mijn zang; Ik hef u op, en zet u neer, wanneer ik 's morgens exerceer, of leg u aan den wang. Ik poets u 's middags blank en schoon, van kruitdamp en van roet, opdat, wanneer ik u vertoon of presenteer, geen woord van hoon uw meester blozen doet.

Met dwalende gedachten had zij nu gezien, hoe Leentje, de meid, in de andere kamer de ronde eettafel voor de lunch had gedekt, voor haar alleen, en met een matte berusting zette zij zich neêr, loodzwaar gedrukt onder een hatelijke verlatenheid.

Ga maar eens door de straten van de oude stad. Ja, zeker zijn ze mooi en bijzonder met hun overvloed van trappen, steegjes, poortjes, gewelven, hofjes en huizen. Maar er zijn hoeken, waar de zon nooit komt en waar de lucht loodzwaar is. O, ik houd van de vijftig kleine Joodsche jongens. Na den kerkdienst hebben zij natuurlijk honger.

De hemel is mijn hart, en met den voet Druk ik loodzwaar den schemel mijner aard’, En, nederblikkend, is mijn glimlach zoet: Ik zie daar onverstand en ziele-voosheid.... Genoegen lacht... ik lach.... en, met een vaart, Stoot ik de waereld weg in de eindeloosheid. Stil!