Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 2 juni 2025
Elken morgen, nederblikkend, Was het eerst wat hij aanschouwde Altijd weêr heur blauwende oogen, Hem verwachtend, hem begroetend, Blauwe meiren tusschen 't biesbosch. En hij minde 't eenzaam meisjen, Dat daar steeds zijn komst verwachtte; Want zij waren beiden eenzaam, Zij beneden, hij daarboven.
Denk u den eeuwigen winter zijde aan zijde met de eeuwige lente, den granaat en den olijf dicht aan den voet van gevaarten op welke de sneeuw nooit smelt, fonkelende gletscherspitsen nederblikkend op het lommer der citroentuinen, op sappig vijgenloof en bleeke wingerdranken...... O hemelsch oord! uwe heugenis blijft mij een zonnebeeld in de duisternis van mijne winterdagen! Wel maar Tremosine?
Maar op zeekren vroegen morgen, Als het dorpjen lag te slapen, En de mist daarhenen rolde Als een geest bij 't ochtendkrieken, Ziet! daar zag hij, nederblikkend, In een weide een jonkvrouw wandlen, Die er eenzaam lelies plukte Bij een beekjen in de weide.
De hemel is mijn hart, en met den voet Druk ik loodzwaar den schemel mijner aard’, En, nederblikkend, is mijn glimlach zoet: Ik zie daar onverstand en ziele-voosheid.... Genoegen lacht... ik lach.... en, met een vaart, Stoot ik de waereld weg in de eindeloosheid. Stil!
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek