Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 22 juli 2025
En geen liedje om den weg te korten? vraagde hij smeekend. Vertel mij iets van den Romein, tegen wien gij vandaag zoo flink optrad, vraagde zij. Die vraag deed Ben-Hur onaangenaam aan. Ik wenschte dat dit de Nijl was, zeide hij ontwijkend. De koningen en koninginnen, die zoolang geslapen hebben, moesten uit hunne graven komen en met ons varen.
Telkens en telkens herhaalde hij bij zichzelven: Eindelijk zal ik dan van huis hooren, van moeder en mijn lieve kleine Tirza. Als zij nog leven zal ik ze vinden. Den volgenden morgen vroeg maakte Ben-Hur zich op, om naar Simonides te gaan. Een van schietgaten voorziene poort aan het einde der stad voerde naar een gansche reeks van werven.
Nu had, zooals wij weten, Ben-Hur het verhaal van Balthasar zelven vernomen. Was hij voldaan? Een schaduw, donkerder dan die der palmen, rustte op hem de schaduw der onzekerheid, die meer het koninkrijk gold, dan wel den koning. Hoe moet ik mij dat koninkrijk voorstellen? Hoe zal het zijn? vraagde Ben-Hur zichzelven gedurig. Hoe zal dat koninkrijk zijn?
Ben-Hur; vorst van Jeruzalem. Wat is er geworden van zijne familie? De zoon werd naar de galeien gezonden. Ik veronderstel dat hij dood is. Langer dan een jaar houden de galeislaven het zelden uit. Van de weduwe en hare dochter heeft men sedert niets meer gehoord. Zij, die er meer van weten, willen er zich niet over uitlaten.
Dit gedeelte van het programma zag Ben-Hur vluchtig door; maar toen hij aan de beschrijving van den wedren kwam las hij die bedaard en rustig. Zij begon met de mededeeling, dat de liefhebbers een zeldzaam genot wachtte, vermeldde daarna, dat de prijs zou bestaan uit 100,000 sestertiën en een lauwerkrans, en ging toen tot bijzonderheden over.
Hoe staat het met den uwe? Daarnaar berekend, goede Sheik, zal ik honderd jaar kunnen leven. Ik ben een hongerige wolf aan uwe deur, antwoordde Ben-Hur. Welnu, ik zal u niet als een wolf wegzenden. Ik zal u het beste van mijn kudde voorzetten. Ilderim klapte in de handen, waarop een bediende binnentrad.
En gij zult er mij, hoop ik, niet minder goedgunstig om aanzien. Blijf, bid ik u, een oogenblik naast mij staan. Het meisje deed wat haar verzocht werd. Simonides, zeide Ben-Hur op vasten toon, toen mijn vader stierf, had hij een vertrouwd bediende van uw naam, en mij is gezegd, dat gij die man zijt. Het gansche lichaam van den grijsaard trilde, krampachtig balde hij de vuist.
De vraag was eenvoudig, en haar goed recht onbetwistbaar. Ben-Hur werd verlegen, stamelde een paar onsamenhangende woorden, en keerde zich besluiteloos af. Simonides hield aan: Geef mij de bewijzen, zeg ik. Leg ze mij voor, geef ze mij in handen! Maar Ben-Hur kon niets antwoorden.
Soms brengen zij wel eens een bezoek aan andere steden, maar hare verdiensten moeten zij hier afgeven, om de woonplaats van den goddelijken zanger te verrijken. Willen wij nu verder gaan? Het volgend oogenblik was het paar verdwenen. Ben-Hur volgde hun voorbeeld en wandelde verder, waarheen wist hij niet. Een beeldhouwwerk trok allereerst zijne aandacht. Het bleek een centaur voor te stellen.
De omweg was lang, maar Ben-Hur begreep dat Malluch goede redenen had voor dien voorzorgsmaatregel. Zij vervolgden hunnen weg tot aan de werf van Simonides. Daar hield Malluch zijn paard in en zeide: Hier moeten wij zijn! Ben-Hur herkende de plaats en vraagde: Waar is de Sheik? Ik zal u tot hem brengen. Ga maar mee, luidde het antwoord.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek