Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 20 juli 2025


Hij opende een oude toiletdoos, zette scheermes en zeep klaar, haalde een ouden riem en plaatste een driehoekig stuk spiegelglas tegen het opstaande deksel, gereed om zich in te zeepen. Wie beschrijft de afschuw en verbazing, waarmede hij terugsprong bij het zien zijner eigene beeltenis? Hij overtrof Roscius bij het aanschouwen van den geest van Hamlet.

Den Keizer was men niet vergeten; in café's dronk men zijn gezondheid; op pijp, glas en bierpul vond men zijn beeltenis.

Het kan niet anders of hij denkt aan me, zooals ik dikwijls aan hem denk! Hoû je nog van hem? vroeg hij dof. Niet zoo, als ik van hem gehouden heb. Nu niet, Lawrence... Ik geloof, dat ik nu alleen medelijden met hem heb. Maar ik denk dikwijls aan hem. Hier is zijn portret. Zij opende het medaillon en liet hem Otto's beeltenis zien. Zwijgend staarde hij er op.

Hij hield de beeltenis omhoog, om het beter te zien, en had het nog in de hand, toen de heer Erving binnentrad. Op het gelaat van den statigen man lag eene uitdrukking, die men er anders niet op vond, van zorg en spanning; hij had zeker dien nacht weinig geslapen. "Vergeef mij, dat ik u liet wachten!" begon hij het gesprek en reikte den jonkman zijn hand.

Dat kind is nu de bruid, ja haast de vrouw van een ander. Moedig dan! verscheur dit blaadje karton opdat de aanblik ervan je hart niet meer beroere, en schuldig doe staan voor 't oog van God en je zedelijk gevoel. Weg met de beeltenis van dat schoone kind! -Maar, zij was immers toch je élève! zij zelve gaf je dat blaadje. Zie, haar naam staat daar en onder den uwe.

Dat was geen beeltenis, dat was een levende vrouw met zwart, krullend haar, naakte schouders en armen, met een peinzenden glimlach op de met een zacht dons bedekte lippen, die hem teeder en van haar zege bewust met de betooverende oogen aankeek. Slechts daarom kon zij niet levend zijn, omdat zij schooner was, dan een levend wezen zijn kon.

Bruidegom en bruid hingen elkander de helft van een dukaton om den hals, als het kon een, waarop de beeltenis van Ferdinand en Isabella, omdat die elkander aanzagen onbedoelde hulde aan deze hoogstaande vrouw.

"Je doet me denken aan de beeltenis van een jong ridder op zijn graftombe," zei zij, zorgvuldig het welbesneden profiel teekenend, dat zoo goed tegen den donkeren steen uitkwam. "Ik wou, dat ik het was!" "Dat is een dwaze wensch, tenzij je je leven bedorven hebt.

Gij die getuigen zult in de volgende eeuwen, Komt, ik wil U vertrouwen in het innigste onder dit onlijdelijk uiterlijk, ik zal U zeggen hoe gij mij heeten moet, Noem mijn naam en hang mijn beeltenis op als van den man die de teederste minnaar was, Het portret van den vriend, den liefdezoeker, die door zijn vriend, zijn liefdezoeker zeer teeder werd bemind, Die zich niet verhief op zijne zangen maar wel op de onmetelijke zee van liefde in zijn ziel, die hij mildelijk uitstortte, Die vaak in groote verlatenheid waarde en dan dacht aan zijne lieve vrienden, aan die hem lief hadden, Die vèr verwijderd van hem dien hij liefhad peinsde in slapelooze nachten, vol onvoldaanheid, Die maar al te goed de pijnlijke, pijnlijke vrees kende, dat hij hem dien hij liefhad toch heimelijk onverschillig was, Wiens gelukkigste dagen die waren als, in de verte van alles, in velden, wouden en op heuvels, hij en een ander wandelden hand in hand, zij tweeën alleen, van andere menschen verwijderd, Die vaak in de straten drentelde zijn arm gebogen over den schouder van zijn vriend, terwijl de arm van zijn vriend op zijn schouder rustte.

Ik heb den man nooit jong gekend, en toch, in den gewonen zin van =oud= kan ik hem mij niet voorstellen. Wanneer ik mij hem recht levendig voor den geest wil halen, dan sla ik niet mijn album open en tuur op zijne beeltenis maar dan denk ik aan de kostelijke uren die ik met hem sleet, van mijn veertiende tot mijn een-en-twintigste jaar, elken zaterdag-avond vast.

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek