Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 29 juni 2025
Dit verhaal stond mij niets aan; vreezende, dat den armen man een of ander ernstig ongeluk overkomen was, hielden wij gedurende den nacht, dien wij even als den vorigen in de hutten doorbrachten, de wacht en een goed vuur brandende. Van de wrakstukken hadden wij ruimen voorraad brandhout, en langs ons kleine dorp stroomde een beekje van helder water.
Het dorp was reeds door de onzen bezet en er was geen enkele vijand meer te bekennen, toen de generaal kwam aanrijden met zijn gevolg, waarbij ik mij ook gevoegd had. Het dorp bestond uit lange, nette hutten met leemen platte daken, gebouwd op ongelijke, steenachtige heuvels, waartusschen een beekje doorkronkelde.
De grafelijke familie bleef het rijtuig nog een oogenblik nazien, en sloeg vervolgens, onder geleide van den herdersknaap, het voetpad in, dat wezenlijk, gelijk de knaap gezegd had, eene alleraangenaamste wandeling aanbood, daar het door laag, maar welig groeijend geboomte, in bevallige kronkelingen, langs een ruischend beekje van helder water voortliep. De Nachtegaal.
Zij zag naar het beekje en naar het getril van stille golfjes, en hij zag haar aan. Ze kon ongeveer vijftien jaar zijn; maar was zoo teer en fee-achtig, dat men ook gelooven zou, dat ze niet ouder was dan tien. Uit haar oogen keek een wonder-diepe ernst, die niet echt kinderlijk was.
Maar stil; wat zoudt gij wel gezegd hebben mijn Pieter, indien gij al aanstonds op den oever van het beekje nabij de schoone eiken groep, die voor de hoeve staat, die lange blauwgeverfde broodkraam ontwaard hadt.
Dit volk schijnt in zijne weeskinderen eveneens zich zelven te bezingen. Eene dier Lettische weeskinderen-Raudas luidt als volgt: "Wij arme weeskinderen, aan den oever van een snelvlietend beekje toevende, wachten onze moeder. O! wij treurende meisjes, verlatene weezen, gewoon in bittere ellende te ontberen: niemand weet, hoe droevig wij schreien.
Ha, ha! dit is de plaats, waar mijn tranen dit beekje tot een schuimenden bergstroom zullen doen aanzwellen. Ha, ha! dit is de plaats, waar ik zuchten ga loozen, die als een stormwind door de boomtoppen en hunne groene bladeren zullen ruischen." Onder het uitstooten van al dezen onzin liet hij zich van zijn paard zakken en gaf dat een slag op den rug.
Den volgenden dag waren het meisje en de jonge man tegelijk aan den oever van het beekje, op dezelfde plaats waar ze elkaar het eerst gezien hadden. Dank je, prins, zei het meisje, staande bij den rozenstruik. En de prins wierp zich in 't gras, met een lachje door het droeve van zijn moe gezicht heen. Is 't héél mooi? vroeg hij.
Met het blonde hoofdje aan den boom geleund, luisterde ze toe, licht in haar oogen, glans op haar zacht-bleek gezicht. Later vertelde zij hardop het beekje mooie verhaaltjes, die ze zelf verzon, van prinsen, prinsessen, elfen en kabouters. Ze zei tegen het beekje, dat kleine aardmannetjes het molenrad draaiden. Toen werd het beekje boos, omdat het wel beter wist.
Maar zoo vaak loopen volksreligie en kultuurreligie parallel, kabbelt het beekje der religieuze volksopvatting en volksvereering rustig naast den stroom der kerkreligie voort, om niet zelden daarin uit te monden. Frissche, naïeve, dichterlijke opvattingen ontmoeten wij hier in groote getale, opvattingen, die innige vroomheid ademen en diepen godsdienstzin.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek