Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 29 juli 2025
Twee lange dagen zag het beekje het blonde kind niet. Het regende al dien tijd, en ontevreden deed het zijn werk achter de trieste, donkere dennen. Den derden dag keek de zon weer in het dal, en het blonde kind wachtte tusschen de rozenstruiken op den prins. De rozen, een beetje verrégend, gooiden moe roze blaadjes weg, toen het kind hen aanraakte. Ze nam er een paar, en wierp die in de beek.
Eindelijk begon Brangwaine, die wist waar Tristan zich schuil hield, zich zóó ongerust te maken over het lijdend uitzien harer meesteres, dat zij peinsde en zon, tot zij ten laatste een middel gevonden had, om de beide gelieven te helpen. Door de tuinen van het paleis stroomde een helder beekje, dat zijn oorsprong dankte aan eene bron in het naburig bosch.
We zagen een laan, die ons naar den voet van een berg voerde, waar we het verblijf van een kluizenaar ontdekten. Het was een groote en diepe grot, die de tijd in den berg gemaakt had. Menschenhanden hadden er een af dak aan gebouwd van stukken rots en schelpen, het geheel met gras begroeid. De omgeving was bezaaid met welriekende bloemen en vlak bij de grot ontsprong een beekje.
Thisbe was het eerst op de afgesproken plaats, maar ontwaarde bij het maanlicht een leeuwin, die juist een rund verslonden had en aan een naburig beekje haar dorst kwam lesschen, nam de vlucht in een grot, maar verloor daarbij haar mantel, die door de leeuwin stukgereten en met bloed bezoedeld werd, waarna het dier weder in het bosch terugkeerde.
En 't beekje huppelde angstig den somberen stoet na, vragende, niet begrijpende.... Het volgde de zwarte kist zoolang het kon, klagend vragende, tot in het dorp, waar het schreiend murmelde langs de huizen, niet begrijpende.... De brandnetels bij 't verweerde brugje zagen de zwarte mannen na, en schudden langzaam hun nu bruin-groene krullokken.
In de beemde kabbelt het heldere beekje met zijn frisch, lekker water. Neen, dat water kookt, het verbrandt mij! 't Is water uit de helle! En Katelijne weende en zij sprak: Nooit deed ik iemand leed, en iedereen smijt mij in 't vuur. Drinken! de straathonden krijgen water; ik ben een kerstene vrouw, geeft mij te drinken. Nooit deed ik iemand leed! Geeft mij toch te drinken!
Toen wij de gebouwen genaderd waren, trad een jonge vrouw met een verwilderd voorkomen en loshangende haren ons tegemoet; zij sleepte een klein kind met zich voort; zij hield ons staande en vroeg mij: Weet gij een koelen weg? Ik zag haar verwonderd aan. Ja, een weg waarop boomen staan, waar het lommerrijk is en waarlangs een beekje kabbelt en waar de vogels tjilpen.
En dan, terwijl het beekje bij elken kronkel als wegschuilt in slingerend braam- en struikgewas, terwijl het omlaag de breedgewiekte varen kust en dartelt door de biezen heen, dan wordt het woud ofschoon niet dichter, steeds schooner van vorm en van tooi, en stralen de beekheuvels steeds rijker in kleurenpracht.
Beneden aan den berg, deed zich nog een bekoorlijk groepje op, tegen de helling naast een klein beekje, lagen twee engelachtige half naakte kindertjes, waar van het oudste drie of vier jaren kon bereiken, in het midden van eenige schapen en geiten, waarop zij achteloos leunden: de grond was hier met kruiden en bloemen overdekt, en zij werden door eenige lommerrijke boomen beschaduwd het was een allerliefst arkadisch landschapje.
De wilde rozestruiken tikten tegen haar teer-bleeke wangen, en het rad deed zijn best, en weefde nu donkere wazen in den schemer, die alles omhulde, en spatte heldere droppels, die als groote tranen op het donkere kleedje lagen. Doodstil bleef het blonde meisje zitten; totdat het beekje haar vreemde oogen niet meer kon zien. Toen kwam, met donkere stem, de witte man het roepen, en het ging.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek