Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 19 mei 2025


Wel vergt men van de koningszonen, dat zij met vrouwen uit hun, dat is het geslacht der Achaemeniden huwen; maar de Perzen hebben eene onbegrensde voorliefde voor al wat vreemd is, en zullen, verrukt over de schoonheid uwer kleindochter en zeker uit genegenheid voor Bartja, de oogen sluiten, en deze zonde tegen het oude gebruik lichtelijk vergeven, te eerder daar de onderdanen niets mogen inbrengen tegen alles, wat de goedkeuring des konings wegdraagt.

»Zoo waar ik nog leef, neen!" riep Zopyrus. »Ik had bijna reeds vergeten, dat op het worgen gewoonlijk de dood volgt." Dit gezegd hebbende, stiet hij Gyges aan, en fluisterde dezen in: »Wees toch wat opgeruimder! Ziet gij dan niet dat onzen Bartja het scheiden van de aarde moeilijk valt? Wat zegt gij, Darius?"

Ontzinkt u, den stoutsten jager, den sterksten worstelaar, den wijste van alle jonge Perzen, ontzinkt u de moed en het zelfvertrouwen, waar gij staat tegenover eene vrouw?" »Kan ik u vertrouwen, meer vertrouwen, dan ik mijnen vader vertrouwen zou, Bartja?" »Dat kunt ge!" »Ik bemin de dochter van Cyrus, uwe en des konings zuster, Atossa!" »Heb ik u goed verstaan; gij bemint Atossa?

»Waar zou hij toch zoo lang blijven?" »Hij is op de hangende tuinen. Mijn vader en Gobryas zullen hem ophouden." »Dat noem ik toch waarlijk bijzonder beleefd!" liet zich op eens de stem van Zopyrus hooren. »Bartja noodigt ons aan zijn disch, en laat ons, terwijl hij geheimen behandelt, zonder gastheer zitten!" »Wij komen, wij komen!" antwoordde deze.

Met de fijne voelhorens der liefde bemerkte zij alras, dat een derde zich tusschen haar en hem geplaatst moest hebben. Had Bartja haar vroeger als een broeder bejegend en haar bijzijn gezocht, thans vermeed hij zorgvuldig alle vertrouwelijke toenadering. Hij vermoedde het geheim van haar hart, en meende dat hij verraad pleegde jegens Sappho, met haar slechts vriendelijk aan te zien.

In ieder ander geval ben ik tot uw dienst." Intusschen had Zopyrus met zijne beide vrienden gesproken, en hen aangemaand niet bezorgd voor hem te zijn. »Ik zweer u, bij Mithra," riep hij, toen Bartja hem te kennen gaf dadelijk er voor uit te willen komen wie hij was, ten einde zijne vrijheid te verkrijgen, »dat ik mij, zonder er een oogenblik over te denken, mijn zwaard in het hart stoot, wanneer gij u om mijnentwille in de handen dezer Egyptische honden overlevert.

»Toen gij straks zoo diep zuchttet bij de gedachte aan uw spoorloos verdwenen, voortreffelijken zoon, dacht ik: misschien zou de jonge, edele held nog in leven zijn, als de Perzen hunne zonen eene betere, laat ik liever zeggen eene veelzijdiger opvoeding wisten te geven. Ik heb mij door Bartja laten mededeelen, wat den Perzischen knapen zoo al geleerd wordt.

In spijt van de tegenwerpingen mijns schoonvaders, nam ik van mijne nieuwe gemalin afscheid, en snelde, door Prexaspes vergezeld, herwaarts, om u, Bartja, met Zopyrus naar Egypte te volgen, terwijl Gyges den gezant als tolk naar Samos zal begeleiden.

Bartja knikte de vrienden toe, legde zijn arm op Darius' schouder, en ging met hem in het maanlicht naar buiten. Toen zij alleen waren, vatte de zoon van Hystaspes beide handen van zijn vriend, en zeide: »Heden voor de derde maal merk ik aan den hemel verschijnselen op, die u niets goeds beloven.

Links stonden Bartja, wiens handen met zware ketenen beladen waren, Araspes, Darius, Zopyrus en Gyges. Meer op den achtergrond bevonden zich honderden waardigheidbekleeders en grooten.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek