Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 19 mei 2025
Nu vatte Bartja de rechter-, Sappho de linkerhand der grootmoeder, en vier smeekende oogen zagen tot haar op. Rhodopis sprak als eene profetes, terwijl zij het hoofd fier oprichtte: »Moge Eros, die u elkaar in de armen voerde, mogen Zeus en Apollo u beschermen!
Toch kon hij de gedachte, dat Bartja ook zonder zijn toedoen, de oorzaak was geweest van de treurige gebeurtenissen der laatste dagen, evenmin onderdrukken als den wensch, zich gansch en al van zijne tegenwoordigheid te ontslaan. Daarom schonk hij ook zijn onverdeelden bijval aan het verlangen van zijn broeder, om de reis naar Naucratis geen oogenblik langer uit te stellen.
»Knakias zal mijn ouden hofmeester bevel geven, hen naar het schip van Kallias te brengen," antwoordde Theopompus. »Als zij dit teeken zien, zullen zij geen bezwaar maken, om hem te volgen," hernam Bartja, den ouden knecht zijn ring gevende. Toen Knakias met vele buigingen het vertrek verlaten had, vervolgde de koningszoon: »En nu, mijne moeder, heb ik u een dringend verzoek te doen."
Juist wilde Bartja beproeven de drangredenen der schrandere vrouw te ontzenuwen, toen Prexaspes met een bleek gelaat naar hem toekwam.
Cambyzes was dien dag buitengewoon stil. In zijne ziel had zich het vermoeden genesteld, dat Bartja zijne nieuwe gemalin beminde. Waarom had de jongeling zich, tegen alle gebruiken in, zoo bepaald afkeerig getoond van een huwelijk met eene aanzienlijke schoone maagd, terwijl hem dit zoo vaak als een plicht was voorgehouden, omdat zijn broeder kinderloos was?
Dit zeggende, keerde hij Bartja den rug toe, en begaf zich naar de met goud, purper en edelgesteenten rijk versierde voorzaal, waar veldheeren, satrapen, rechters, schatmeesters, schrijvers, raadsheeren, eunuchen, deurwachters, beambten, wier roeping was de vreemdelingen voor den koning te geleiden, kamerdienaars, uit- en aankleeders, schenkers, stalmeesters, jachtoversten, lijfartsen, oogen en ooren des konings en boden van allerlei soort hem verbeidden.
Om zijne heupen was een gouden gordel gegespt, waarin een korte dolkvormige sabel stak, welker greep en scheede met edelgesteenten bezaaid waren. Evenals de tulband van Bartja, was ook de zijne met blauwe en witte banden der Achaemeniden omwoeld. Van onder dit hoofdsieraad kwamen dichte gitzwarte lokken te voorschijn.
Weet dan, dat hij, die zich voor den zoon van Cyrus uitgeeft, mij op dezen toren zond, en eene groote belooning toezeide, als ik u bedriegen wilde, en de verzekering voor u afleggen, dat hij Bartja, de Achaemenide, is.
Op zekeren morgen had zij Bartja en Sappho in hunne minnekoozerij verrast; doch zij was door den koningszoon zoo rijkelijk bedacht, door zijne schoonheid zoo geheel betooverd, door haar hartediefje zoo innig gebeden en met zulke fraaie namen betiteld geworden, dat zij beloofd had tegenover hare meesteres te zullen zwijgen.
Daarop wendde hij zich tot den eunuch met de vraag: »Wat verlangt de Egyptische van mijn broeder?" »De knaap houdt vol, dat hij slechts aan Bartja zelven mag overhandigen, wat hij voor hem bij zich heeft." Met smeekenden blik tot den koning opziende, reikte de knaap thans aan dezen een klein papyrus-rolletje over.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek