Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 24 juni 2025


De oude Knakias, onze trouwe slaaf, spoedde zich naar de deur doch had deze nog niet bereikt, toen ze reeds voor 't geweld bezweek, en een bende woeste krijgsknechten door het voorportaal in het andronitis, en van daar, na de middendeur verbrijzeld te hebben, tot ons doordrong. Grootmoeder vertoonde hun den brief, bij welken Amasis haar huis tot een onschendbare wijkplaats had verklaard.

»Stel u gerust, Philoinus," hernam Rhodopis, »ik heb den kok bevolen zijn uiterste best te doen, en hem gewaarschuwd, dat de fijnste lekkerbek uit de weelderigste stad der geheele wereld, dat een Sybariet, dat Philoinus een streng gericht zal houden over de werken zijner handen. Ga, Knakias, en zeg dat men aanrichte! Zijt ge thans tevreden, gij ongeduldige heeren?

Al de gasten hadden het huis verlaten. Gelijk een hagelslag in een bloeiend graanveld, zoo was de hoonende taal van den slemper in de vreugde der scheidende vrienden gevallen. Rhodopis zelve stond, bleek en bevende, in de nu ledige, maar nog feestlijk versierde zaal. Knakias doofde de lampen langs de wanden uit.

»Knakias zal mijn ouden hofmeester bevel geven, hen naar het schip van Kallias te brengen," antwoordde Theopompus. »Als zij dit teeken zien, zullen zij geen bezwaar maken, om hem te volgen," hernam Bartja, den ouden knecht zijn ring gevende. Toen Knakias met vele buigingen het vertrek verlaten had, vervolgde de koningszoon: »En nu, mijne moeder, heb ik u een dringend verzoek te doen."

Wanneer deze de oevers van den Nijl naderen, zullen de vijf rechters, uwe ephoren , van gezindheid veranderen, en u, den vader van twee der overwinnaars te Olympia, in het vaderland terugroepen. Vul nog eens de bekers, Knakias! Wijden wij dezen laatsten dronk aan de schim van den roemrijken Lysander. Maar dan raad ik u allen op te staan, want het is reeds lang middernacht.

»Goeden avond, Knakias!" riep Phanes den op hem toetredenden grijsaard vriendelijk groetende toe. »Hoe komt het, dat deze tuin zoo stil is als eene Egyptische grafkamer, terwijl ik toch de vaan der verwelkoming geheschen zie? Sinds wanneer noodigt het witte doek te vergeefs de gasten uit?"

Wanneer hij zijn bezoek eens hervatte, zou haar slaaf Knakias, een uitgeweken Spartaansch heloot , die zich beroemde eene voortreffelijke bloedsoep bij dit woord rilde de Sybariet over zijn gansche lichaam te kunnen koken, een echt Lacedaemonischen maaltijd bereiden. Toen de gasten verzadigd waren, wieschen zij zich opnieuw de handen.

»Ik ben volkomen van dezelfde meening. Een eenvoudig Helleen zou mij als schoonzoon verreweg verkieslijker zijn geweest, dan deze edele zoon van den grooten koning." Op dit oogenblik trad Bartja, door Knakias voorgegaan, het vertrek binnen. Hij smeekte Rhodopis hem de hoop op het bezit harer kleindochter niet te ontnemen.

Hei daar, Knakias, zeg dadelijk aan mijn slaaf Philomelus, die buiten in de voorzaal wacht, dat hij zich naar de haven late roeien, en mijn stuurman Nausarchus gelaste alles tot vertrek gereed te houden. Stel hem slechts dit zegel ter hand, dat hem tot alles de noodige volmacht geeft!" »En mijne slaven?" vroeg Bartja.

Zij lieten ons echter ongehinderd binnengaan." »Gewichtig nieuws!" met deze woorden viel Knakias, die de zaal kwam binnenstuiven, Gyges in de rede. »Toen ik zoo even naar den Nijl ging, om water voor het mengvat te halen , vloog mij een mensch tegen het lijf, die mij bijna omverwierp. Ik herkende hem aanstonds. Het was een Ethiopisch roeier van Phanes.

Woord Van De Dag

innewaerts

Anderen Op Zoek