Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 15 juni 2025
Ook de gezichtjes der kinderen die stil zich om hen heen drongen, om te verstaan wat zij zoo weinig begrepen, waren opgeruimder; en door den dood van dezen man was het een gelukkiger tehuis! De eenige aandoening die de Geest hem naar aanleiding dezer gebeurtenis kon laten zien, was een van vreugde.
Talrijker, opgeruimder in den aanvang, meer geneigd tot blijven, waren zij die hier somwijlen in alle stilte als vrouwen van den huize fungeerden: binnen- en buitenlandsche schoonheden, wier klimopleven bestond in van den eenen op den anderen Bassa te teren; trekvogels, die niets liever zouden gezien hebben dan dat de dokter om harentwil zijne reputatie er aan gegeven had; internationale Aspasia's, wie het kluizenaarsleven, hoe weelderig ook, toch in den regel hier ten laatste te bang werd.
Zij zag er opgeruimder uit dan te voren: bloeiender dus ook: meer dan ooit een toonbeeld van kloeke, trotsche schoonheid. Bij het wederzien reikte zij mij de hand, en vroeg mij hartelijk naar mijne gezondheid. Ik vatte daaruit moed om haar een fraai châlet met speelwerk aan te bieden, dat ik uit het Schwarzwald voor haar had meegebracht.
Instede van overmoedig, had de voorspoed hem ernstig gemaakt; zoo zeer zelfs, dat het hem eenigzins verbijsterde, eensklaps in zichzelven een troetelkind der fortuin en den huisgenoot te aanschouwen van een bekoorlijk schepsel, dat nooit schooner was dan in het halve fantaisie-toilet dat zij zich in de ouderlijke woning permitteerde, en nooit opgeruimder dan wanneer zij in bondgenootschap met hare moeder het er op toelegde, haren vader in een vrolijke stemming te brengen.
»Maar ik geloof het niet," zeide moeder Jansen. »Wat gelooft ge niet?" vraagde Dirk Kloppers. »Dat mijn jongen den brand heeft gesticht," zeide zij, doch haar oom bewaarde het stilzwijgen. Beiden gingen nu de tent binnen. »Mijn hart gaat open bij het gezicht van zoo'n tent," zeide de Voortrekker op opgeruimder toon; »er gaat toch niets boven een tent."
Dat waren gelukkige, ernstige uren in de oude studeerkamer, door Jo "de kerk voor één gemeentelid" genoemd: zij was daarna dan ook met nieuwen moed vervuld, opgeruimder van geest, en meer onderworpen van gemoed, want de ouders die een hunner kinderen geleerd hadden den dood zonder vrees tegemoet te gaan, deden nu al wat zij konden, om een tweede te leeren het leven te aanvaarden, zonder mismoedigheid of wantrouwen; met dankbaarheid te letten op de lichtzijden, en geen gelegenheid om nuttig te zijn, ongebruikt te laten voorbijgaan.
Of zij het bemerkte zij opende mij haar hart, en zij bekende mij hare liefde.... en nu, na eenige dagen, nu zij herhaalde malen bij mij is toegelaten, ik weet niet hoe het komt, maar het is of in haar bijzijn iets ongewoons in mij omgaat; het is of ik mijn eigen zoon meer liefde toedraag; het is of het geheele speeltuig van mijn geest anders besnaard is en anders gestemd, of ik gezonder en opgeruimder ben; soms voel ik behagen zelfs in de redelooze natuur; soms voel ik behoefte tot vroolijke ontboezeming,.... zie, die verandering, dit alles, vreemde gewaarwordingen, waarvoor ik geen namen ken, voel ik terstond, als zij tegenwoordig is; en daarom heb ik begrepen, dat het mogelijk kon zijn, dat zij dezelfde tooverkracht op mijn armen geliefden Logikos zal hebben uitgeoefend.
Hij was zelfs opgeruimder dan anders en wilde dat al de anderen in zijne vroolijke stemming zouden deelen; hij liet Kruidnagel eene fijne flesch opentrekken en hij dronk op hunne behouden terugkomst in Europa en op hunne spoedige aankomst in Frankrijk. Den volgenden ochtend, den 10den Juli, werd de reis naar Perm voortgezet.
Men had de hoogte bereikt, en klom weêr in het rijtuig: de Morder met het vaste voornemen, om, al moesten zij nu den Mont blanc overrijden, niet weêr uit te klimmen; de anderen moede en warm, maar toch opgeruimder. Men passeerde weldra Mingolsheim, en Holstaff raakte in verrukking, toen hij het lieve kerkhof aldaar ontdekte. Hij vroeg aan het boertje, of hij daarop geen toepasselijk liedje kende.
»Zoo waar ik nog leef, neen!" riep Zopyrus. »Ik had bijna reeds vergeten, dat op het worgen gewoonlijk de dood volgt." Dit gezegd hebbende, stiet hij Gyges aan, en fluisterde dezen in: »Wees toch wat opgeruimder! Ziet gij dan niet dat onzen Bartja het scheiden van de aarde moeilijk valt? Wat zegt gij, Darius?"
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek