Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 20 mei 2025
Op de tafels en den grond uitgestrekt, verbijsterd door de muziek en ongevoelig geworden door den drank, blijkt hij een ander wezen geworden met buitensporige gebaren en luid klinkende woorden, en men zou niet weten, waar men hem bij moest vergelijken, als het niet bij Bacchus zelf was op zijn dagen van groote uitbundigheid.
Later kwamen deze dieren vaker naar Rome, en Heliogabalus spande ze zelfs voor zijn wagen, toen hij als Bacchus zich aan het volk vertoonde. Avitus eindelijk liet in een schouwspel vijf van deze dieren dooden, wat vroeger nog niet vertoond was.
Gij weet wat Anakreon zegt? 'k Leef bij 't heden, niemand weet toch Wat de dag van morgen brengt. Proef, geniet dan 's levens vreugde, Wijl het noodlot zulks gehengt. Werp den teerling, offer Bacchus, Drink en smaak zijn kostbren wijn: Immers, als een ziekte u nadert, Moogt gij niet meer vroolijk zijn. Zeg!
Aulus dreef den spot over den ezelskop, dien zij, volgens de verhalen, zouden vereeren, en verkocht ook geestigheden over hun weerzin tegen varkens. Zeker was die haat ontstaan omdat dit vette beest hun Bacchus gedood had, en daar men in den tempel een gouden wijnstok ontdekt had, hielden ze zooveel van wijn! De priesters begrepen zijn woorden niet.
Op de tafels en den grond uitgestrekt, verbijsterd door de muziek en ongevoelig geworden door den drank, blijkt hij een ander wezen geworden met buitensporige gebaren en luid klinkende woorden, en men zou niet weten, waar men hem bij moest vergelijken, als het niet bij Bacchus zelf was op zijn dagen van groote uitbundigheid.
Er bestaat ook voor mij volstrekt geen reden den hoogen zoon van Kronos zijn voedster, de geit, te benijden, omdat mij twee alleraardigste nymfen gezoogd hebben, Methe , een dochter van Bacchus, en Apaedia , een dochter van Pan , die gij hier ook als gezellin in het gevolg mijner overige dienaressen ziet.
Laet al d' oude Grieken zwijgen, Stoffende, zoo trots en fier, Van Amfions goude lier, Op wiens klank de vesten stijgen, Bacchus zijn geboortestadt Van den hemel zagh bescheenen, Daer zoo veel vertrooide steenen Zich verhieven uit het plat, Op de maat van snaer en zanger, Wij verwondren ons niet langer.
De Euvele, zei de senex; schuilt in al onze goden. In ònze goden?? riepen zij allen, verontwaardigd. En vooral in Bacchus, zei de senex. Hij heeft horens als Bacchus heeft; de Euvele ziet er uit als een sater met bokspooten en een staart.... Dat heb ik ten minste zoo begrepen. Vertelde Johannes dat?
Zij zijn er! riep Lavinius uit. Alleen Cecilius en Cecilianus, mijn tweelingen, die de eerste vrouwerollen spelen?! Bij Apollo en Bacchus, waar zijn die nu toch!
Natuurlijk, zei Nilus. Nu, ik weet het niet, hoor, zei de dominus. Ik geloof niet erg aan die vreemde dingen. Het leven is heel eenvoudig en de goden, als ze bestaan, zijn net zoo eenvoudig als wij en je zièt toch nooit zulke dingen gebeuren: in kokende olie verbrandt je en een mensch, die een ezel werd en omgekeerd, heb ik, bij Bacchus, ook nooit gezien....
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek