Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 6 juli 2025
«Hier zal wel gesmuld worden!» zei de keukenkat. «Er zijn eenden geslacht, duiven geplukt, en een heele reebok hangt er aan den muur. Ik watertand er al van, als ik daaraan denk! Morgen begint de reis!» Ja, morgen! Op dezen avond zaten Rudy en Babette voor de laatste maal als verloofden in den molen.
«De bruiloftsgasten komen!» suisde het in lucht en water. Gezichten buiten, gezichten binnen. Babette droomde een wonderbaren droom. Het kwam haar voor, alsof zij met Rudy getrouwd was, en wel sedert vele jaren. Hij was op de gemzenjacht, en zij was te huis in haar woning, en daar zat de jonge Engelschman met den rooden baard bij haar!
«Meer heeft de aarde mij niet te geven!» riep Rudy uit. En de avondklokken klonken van de bergen van Savoye, van de Zwitsersche bergen; in het Westen verhief zich in den gouden glans het zwartachtig blauwe Juragebergte. «God geve je het heerlijkste en het beste!» zei Babette. «Dat zal Hij doen!» zei Rudy. «Morgen zal ik het hebben! Morgen ben je geheel de mijne, mijn eigen, lief vrouwtje!»
En als de stoomdraak stilhoudt, dan stappen zij er uit en gaan allen huns weegs! Deze gedachten verspreiden zich in de wereld!» En zij lachte. «Daar rolt weer een lawine!» zei men beneden in het dal. «Ons bereikt zij niet!» zeiden er twee, die op den rug van den stoomdraak zaten; «twee harten en één slag,» zooals het heet. Het waren Rudy en Babette; ook de molenaar was er bij.
Noemt ge dat een treurige geschiedenis? Die arme Babette! Zij verkeerde in een nameloozen angst. Het schuitje dreef gedurig verder weg. Niemand aan den vasten wal wist, dat het bruidspaar naar het kleine eilandje gevaren was. De wolken daalden, de avond was donker. Alleen, wanhopig, jammerend stond zij daar.
Saperli zal hem een brief zenden, hem vragen, of Saperli dood mag liggen en niet de man hier in huis.» Rudy drukte hem de hand en zei: «De brief komt daar niet aan en geeft ons hem niet terug!» Het viel Rudy niet gemakkelijk, hem de onmogelijkheid daarvan te doen inzien. «Nu ben je de steun des huizes!» zei zijn tante en pleegmoeder, en Rudy werd dit ook. Babette.
«Kom ons te Bex eens opzoeken!» fluisterde Babette. «Het zal vader zeker genoegen doen.» Op den terugweg. O, hoeveel had Rudy te dragen, toen hij den daaropvolgenden dag over de hooge bergen naar huis terugkeerde.
Toen Rudy eindelijk de bovenste bergvlakte bereikte, vanwaar het pad naar beneden naar het Rhônedal voerde, zag hij in de richting van Chamouny, in de heldere, blauwe lucht twee heldere sterren staan; deze glinsterden en fonkelden, en hij dacht aan Babette, aan zich zelf en aan zijn geluk, en het werd hem bij deze gedachte warm. Het bezoek in den molen.
Nu is Rudy weg en Babette zit te huilen; maar de molenaar zingt Duitsch, dat heeft hij laatst op zijn reis geleerd. Ik zal er maar niet treurig over zijn, want dat baat toch niets!» «Maar zoo is er dan toch altijd nog mogelijkheid op!» zei de keukenkat. Het arendsnest.
Het was Babette te moede, alsof er een last op haar hart drukte, die gedurig zwaarder werd; het was een zonde tegen Rudy, een zonde tegen God; en eensklaps stond zij daar verlaten, haar kleederen waren door de doornen gescheurd, haar lokken waren grijs geworden, zij keek in haar smart naar boven, en op den rotswand zag zij Rudy; zij strekte haar armen naar hem uit, maar waagde het niet, te roepen of te bidden.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek