Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 13 juni 2025


De aartsbisschoppen hielden zich met deze jacht bezig en vaardigden wetten uit tot bescherming en instandhouding van het reeds in dien tijd zeldzamer wordende wild. Het bezoar-bijgeloof gaf aanleiding tot onbarmhartige vervolgingen van deze dieren. Daarop volgde een tijdperk van bijna 100 jaren, waarin de gemzenjacht als 't ware uit de mode was.

«De bruiloftsgasten komensuisde het in lucht en water. Gezichten buiten, gezichten binnen. Babette droomde een wonderbaren droom. Het kwam haar voor, alsof zij met Rudy getrouwd was, en wel sedert vele jaren. Hij was op de gemzenjacht, en zij was te huis in haar woning, en daar zat de jonge Engelschman met den rooden baard bij haar!

Maximiliaan, de groote Duitsche Keizer, schiep er behagen in de verblijfplaatsen van de kinderen der Alpen te beklimmen en volgde hen zelfs op zulke gevaarlijke hoogten, dat er, naar de overlevering bericht, een wonder noodig was, om hem weder naar beneden in de voor menschen geschikte vlakte te brengen. Weinige Duitsche vorsten waren even hartstochtelijke liefhebbers van de gemzenjacht als hij.

We gaan langs den voet van den Hochschwab, een interessant kalkgebergte, waar men een modelhoeve kan zien, die daar aan den oostelijken voet werd opgericht door aartshertog Johan, om in deze achterlijke streek de menschen op de hoogte te brengen van de verbeteringen in den landbouw. Ook is dit de klassieke streek van de gemzenjacht.

We gaan langs den voet van den Hochschwab, een interessant kalkgebergte, waar men een modelhoeve kan zien, die daar aan den oostelijken voet werd opgericht door aartshertog Johan, om in deze achterlijke streek de menschen op de hoogte te brengen van de verbeteringen in den landbouw. Ook is dit de klassieke streek van de gemzenjacht.

Bij deze vijanden, die bijna uitgeroeid zijn in de gewesten, waar men de Gemzen beschermt, komt nog als allergevaarlijkste vijand de mensch, overal waar geen vaste jachtwetten of jachtgebruiken een geregelde bescherming van het edele wild trachten te bewerken en werkelijk te verschaffen. Van oudsher werd de gemzenjacht beschouwd als een vermaak, dat den edelsten man betaamt.

Daar het wild onder toezicht staat van ervarene, meestal in het midden van deze districten wonende jagers, is hier ieder jaar gelegenheid tot het houden van jachtpartijen, die niet minder aantrekkelijk dan voordeelig zijn. "Over de gemzenjacht," zegt Franz von Kobell, "is zeer veel geschreven.

Rudy was de beste gids, waaraan men zich kon toevertrouwen; hij zou zich een geheel vermogen als gids kunnen verwerven; het kuipersambacht, dat zijn oom hem ook geleerd had, beviel hem echter niet; zijn lust was de gemzenjacht, en deze bracht hem ook geld op. Rudy was een goede partij, zooals men zeide, als hij maar niet met een meisje boven zijn stand wilde trouwen.

Zij weten zeer goed, of de steenen haar kwaad kunnen doen of niet; wanneer zij dus door een vooruitstekende rots gedekt zijn, blijven zij in weerwil van de hagelbui van steenen, die vandaar naar beneden valt, rustig staan. Als er een nevel hangt, kan de gemzenjacht alleen dan gelukken, wanneer de drijvers zeer talrijk zijn en goed aaneengesloten kunnen blijven.

Verscheidene oorzaken brengen te weeg, dat de Steenbokken zich slechts langzaam vermenigvuldigen, zelfs daar, waar zij met zorg behandeld worden. Behalve van den mensch hebben zij slechts weinig te lijden van vijanden, die voor hen gevaarlijk kunnen worden. Groote Roofvogels, n.l. de Steenarend en misschien ook de Lammergier, staan het jonge dier naar 't leven, maar behalen, dank zij de waakzaamheid van de moeder, slechts bij uitzondering den begeerden buit. Oudere Steenbokken loopen misschien nu en dan gevaar van de roofzucht van Lossen, Wolven en Beren. Verderfelijker dan alle genoemde oorzaken bijeengenomen is de onherbergzaamheid van de verblijfplaats van dit dier gedurende den winter en de lente. Naar Wilczeck in Val Savaranche vernam, verliezen betrekkelijk vele Steenbokken ieder jaar hun leven door lawinen; vooral krachtige mannetjes vinden op deze wijze den dood, waarschijnlijk, omdat deze zich minder gemakkelijk door het gevaar laten afschrikken, dan hunne jongere en meer vreesachtige soortgenooten. De ergste vijand ook van den Steenbok is en blijft echter de mensch, vooral de wildstrooper. Waarschijnlijk is er geen onderneming zoo bezwaarlijk en gevaarvol als de Steenbokkenjacht, zooals hij deze uitoefent. Al wat van de gevaren van de Gemzenjacht gezegd kan worden, geldt ook en in nog hoogere mate, naar Schinz duidelijk doet uitkomen van de Steenbokkenjacht. Wegens de zeldzaamheid van dit wild moet de jager zich er op voorbereiden, dat hij 8

Woord Van De Dag

phylarchos

Anderen Op Zoek