Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 6 juli 2025
En als er melk voor een in de kan is, dan is er ook melk voor twee!» «Maar zij zit je te hoog!» zei de molenaar, «zij zit op zand, op goudzand, zooals je weet, je zult haar niet bereiken!» «Niets zit zoo hoog, of men kan het wel bereiken, als men maar wil!» antwoordde Rudy; want hij is een onverschrokken man. «Maar het arendsnest kan je toch niet bereiken, zooals je zelf onlangs gezegd hebt: Babette zit nog hooger!» «Ik neem ze allebei!» zei Rudy. «Ik zal je Babette geven, als je mij het levende arendsjong geeft!» zei de molenaar en lachte, dat de tranen hem langs de wangen liepen. «Maar nu bedank ik je voor je bezoek, Rudy!
Daar klopte een hand hem op den schouder, en een zware stem sprak hem in de Fransche taal aan. «Zijt ge uit het kanton Walliserland?» Rudy keerde zich om en zag een rood, vergenoegd gezicht, een dik man: het was de rijke molenaar uit Bex; met zijn gezet lichaam verborg hij de teedere, lieve Babette, die echter al spoedig te voorschijn kwam kijken met haar fonkelende, donkere oogen.
Rudy was door zijn schoten de eerste van het schuttersfeest, gelijk de molenaar te Bex de eerste door zijn geld en zijn goeden molen was. Zoo drukten de beide mannen elkaar de hand, hetgeen zij vroeger nooit gedaan hadden; ook Babette stak Rudy onbeschroomd de hand toe, en hij drukte haar hand en keek haar met een onafgewenden blik aan, zoodat zij daardoor hevig bloosde.
«Ja, daarin zoudt ge wel eens gelijk kunnen hebben!» zei hij en dacht aan Babette. Nog nooit had hij zulk een verlangen gehad om naar het diepe dal te gaan. «Zij moeten nu al thuis zijn!» zei Rudy bij zich zelf. «Het is al twee dagen over den tijd, waarop zij terug zouden zijn. Ik moet naar Bex toe.» Rudy ging naar Bex toe, en in den molen waren zij te huis.
Ik lag aan hun voeten, maar zij hadden noch oogen noch gedachten voor mij. «Ik ga, zonder mij langer te bedenken, naar je vader toe.» «Wil ik meegaan?» vroeg Babette; «dat zal je moed geven.» «Ik heb moed genoeg,» zei Rudy, «maar als jij er bij bent, dan moet hij wel vriendelijk zijn, of hij wil of niet.» Daarop traden zij binnen. Rudy trapte mij geducht op den staart!
Babette hoorde dit en keek door de dunne gordijnen naar buiten; toen zij den witten man echter zag en wel kon begrijpen, wie dit was, klopte haar hartje van schrik, maar ook van toorn. Zij blies in aller ijl het licht uit, onderzocht of de pennen wel op de ramen zaten, en liet hem nu huilen, zoo veel hij maar wilde. Het zou verschrikkelijk zijn, als Rudy nu hier in den molen was!
Door Babette getrakteerd en onthaald te worden? Rudy was jaloersch, en dat deed Babette plezier; het deed haar genoegen, al de zijden van zijn karakter te leeren kennen, de sterke zoowel als de zwakke.
Rudy en Babette meenden, zulk een Alpengloed nog nooit gezien te hebben. De met sneeuw bedekte Dent du midi had een glans als de schijf der volle maan, wanneer zij aan den horizon oprijst. «Zooveel schoonheid! Zooveel geluk!» zeiden beiden. «De aarde heeft mij niets meer te geven!» zei Rudy. «Een avond als deze is toch een geheel leven!
De molenaar was rijk, en deze rijkdom maakte, dat Babette zeer hoog zat en moeilijk te grijpen was; maar niets zit zoo hoog, of men kan het wel bereiken; men moet maar klauteren; vallen zal men niet, als men het zich maar niet verbeeldt. Deze les was hem reeds in zijn kindsheid ingeprent.
Hij werd goed ontvangen, en groeten van hun familie te Interlaken hadden zij voor hem meegebracht. Babette sprak niet veel, zij was geducht stil geworden; maar haar oogen spraken, en dat was voor Rudy voldoende.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek