Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 11 juli 2025


"Dat is te zeggen tante; als het dan waarlijk beter zal zijn dat ik niet naar binnen ga, dan wilde ik August laten vragen of hij bij mij wil komen. Ik verlang zoo naar August." Arm kind! zucht de oude dame bij zich zelve.

En daarom ook August, vergun het den ouden man dat hij, in naam van je besten vader, je nog eens op dezen avond aan een vroeger gesprek herinnert: "Ik begrijp u oom...." "August, ik geloof niet dat het déjeuner in De Arend zou worden gegeven als je mij geheel en al begrepen had...!" "Wanneer wij maar eens getrouwd zijn beste oom! Uw spreuk bewaar ik als goud: Wijsheid zal ik mengen in mijn liefde.

Het beste arme doktertje kan zóó iets niet geven...." Eensklaps hem nogmaals om den hals vliegend: "Maar nee, foei, foei! dat verdien je niet mijn alles! Dank August hartelijk dank! O ik ben zoo gelukkig!" "Eva, maar waarlijk, dat present zou ik je niet gegeven hebben; het moet van iemand anders komen. Het is...." "Och August, schei daar nu mee uit. Van wien zou zóó iets nu kunnen komen!

't Blijft me even onverschillig August, hoeveel we hebben in de wereld. Ik weet genoeg, en ben recht tevreden. Maar mannetjelief, tob dan ook over geen gulden meer, als je om mij genoegen te doen, die visite wat later per vigilante kunt maken. Zeg, zul je blijven August? De zaak is immers belangrijk genoeg?" August stond met den rug naar Eva gekeerd in een boek te bladeren.

De takken van het akkermaalshout bezijden den straatweg zwaaien, door den sterken wind bewogen, soms als dolzinnigen heen en weer, en vangen het slik op, 't welk het voorbijjagend rijtuig van De Zonsberg doet opspatten. "August treft het slecht Coba." "Droevig weer pa." "'t Was óók zulk een weer toen ik met je lieve moeder naar 't stadhuis reed.

En die terugtogt was het, op welken duizendtallen van dappere krijgslieden, uit verschillende natiën, door sneeuw en ijs, honger en gebrek aan kleeding, zoo jammerlijk omkwamen. Op eenen enkelen nacht verloor het leger meer dan dertig duizend paarden. Ook die, welke tot het regement van August behoorden, kwamen allen om.

Hoe dankbaar moest ze niet zijn dat haar beste August als bij intuitie haar op dat oogenblik te hulp kwam. En, dat die schrikkelijke man nog bovendien zulke beschuldigingen heeft durven uitspreken tegen dien edelen trouwen August! Maar ha!

"Maar Eva, je vergist je; dat garnituur kwam niet van mij." "Watbliefje.... niet van....?" "Nee nee kind, da's een abuis." "Abuis! August wát zeg je? Zou 't bij abuis.... op bezien....?" Helmond zag Eva bleek worden. "Nee, zóó meen ik het niet. 't Zal je zeker wel door iemand gegeven zijn, tenminste als het je werd gezonden. Is dat het papier waarin het gezeten heeft?

"Neen!" antwoordde August; "ten minste herinner ik mij niet, ooit eene zoo aanzienlijke aalmoes gegeven te hebben." "Niet?" herhaalde Koslou. "Nu, dan hoop ik, dat gij u nog wel eenen nachtegaal zult herinneren, die op het geboortefeest van uwe moeder zoo fraai zong. Een arme herdersknaap is het niet zoo? had een nestje met de beide oude nachtegaals in uw park overgebragt."

En zij....? Ze wil spreken; doch, zij kan het niet. Een oogenblik nog, en dan, dan ziet ze hem aan en zegt op vasten toon: "Ik wil u liefhebben oom, want mijn August had u lief.

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek