Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 11 juli 2025
"Ik zal dokter Alsma uit Briesborg laten komen Coba; 't zal niet geheel onnatuurlijk klinken dat de generaal liever een vreemde tot dokter heeft." "Maar die kan eerst morgen hier zijn of van avond laat. O lieve August, zeg jij ons wat we doen moeten; zend de medicijnen die noodig kunnen zijn. O zie mij aan, ik zit in duizend angsten voor het leven van mijn trouwen vader."
En dan, August zou toch gelooven ook dat zij van nu afaan indien hij den geliefden vader met Gods hulp maar redden wilde, geen middel onbeproefd zou laten om dien akeligen vloek in een zegenbede te doen verkeeren?
En in diezelfde oogenblikken staat Eva Helmond, gereed tot vertrekken, vol ongeduld op haar August te wachten.
Kon ik dan verlangen dat August zijn liefde, zijn hart zou dwingen uit dankbaarheid; ter genezing....!? Wie zou de krankzinnigheid hebben om zoo iets te eischen?
"Nee nee Eva! nee!!!" En in zich zelven: Mijn God, waar moet dat heen! "August!" zegt Eva verschrikt: "vraag ik te veel? Och, neem 't me dan niet kwalijk. Je weet wel dat ik niet 't beste, het allermeeste wil: wat jij doet en wilt dat is me altijd goed geweest. Was het niet, lieve beste August? Zeg dan, ben ik niet óvertevreden tegenwoordig? Heb ik dat niet bijna elken dag, ja nog zooeven gezegd?
Dit moest vóór je huwelijk geschieden. Ik wilde dat je je huwelijksleven zoudt beginnen met eenige zekerheid omtrent mijn plannen. Weiger je deze verbintenis te teekenen, welnu August, dan deed ik wat ik kon en 'tgeen ik verplicht was, maar dan zijn wij elkander voortaan vreemd.... Heb ik me ook in mijn oudsten pleegzoon bedrogen, August?" "Oom!"
Met het oog echter op de kleingeestige wereld, bedenkend dat mijn naam ook de naam van mijn broeder was, maar 't meest ik erken het om mijn Virginie niet bloot te stellen aan de vele ellenden van zulk een leven in ons vaderland, besloten we daarvan af te zien. Op dit oogenblik August, is je schoonzuster de vrouw van een tweeden klerk op het bureau van een begrafenisfonds.
August Holstaff, van den ouderdom van Torteltak, maar ook slechts in dit opzigt aan hem gelijk; want hij was een ingedrongen persoontje, op wiens gelaat monumenten voor eens geheerscht hebbende kinderpokken waren opgerigt. Hij had dan ook niet veel met zijn persoon op, gelijk hij trouwens met niemand hoog liep, die een gewoon en dragelijk gelukkig mensch was.
"Nee ik wou te voet gaan." "Te voet! Nú te voet.... jij! Heeft tante je daartoe bepraat?" "Nee pa, maar August heeft wandelen zeer aangeraden. Ik moet bij de naaister zijn. Hendrik heeft iets vergeten." "Je schijnt vandaag bijzonder wèl te wezen, beste meid." "O, ik ben weer heel flink!" Zij zoent den vader op zijn hooge voorhoofd: "Toe, sluit u nu mijn epistel in; 't wordt immers tijd beste pa?"
Bijna schreiend: "Voor iemand die misschien wat kou heeft gevat.... om daarvoor.... Nee, we zullen niet gaan niewaar? Zeg, zou je me zoo'n schrikkelijk verdriet doen, zeg?" "Wijfjelief! hou je wezenlijk van me? Herinner je je alles wat je me plechtig beloofd hebt?" "Ach ja August, ja! maar we gaan toch morgen nog niet!"
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek