Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 7 mei 2025


"Mij dunkt," antwoordt Appelman, "dat die stof nog al voor de hand ligt; wanneer wij al die toerustingen zien te water en te land, die troepen, die op de Mookerheide bijeenkomen, die drukte op de Landswerven, die inspectiereizen, die Z. Hoogheid doet, en honderd andere dergelijke teekenen van onrustige beweging, dan moet men wel tot de slotsom komen, dat er iets buitengewoons op til is."

En toch hebben wij wel denzelfden persoon voor oogen, maar, sedert hij op de schilderij werd afgebeeld als Sergeant der burgerij, zijn er jaren verloopen, en thans bekleedt hij de Burgemeesterlijke waardigheid. Geen wonder, dat er verschil bestaat tusschen den Jean Appelman van toen en den Jean Appelman van heden.

"Beata ignorantia!" zegt Geelvinck: "zalig die niets te zeggen hebben, omdat zij niets weten: want die loopen nimmer gevaar zich te verspreken." "Wat er van zij," vervolgt Appelman, zonder de scherts van Geelvinck op te nemen, "ik schroom niet te zeggen aan wie 't hooren wil, dat de Prins als een onzinnige zou handelen, indien hij in ernst op eene onderneming dacht die nooit gelukken kan."

"Wat zal ik u zeggen?" merkt Witsen aan: "wij hebben een tijd beleefd, toen er te weinig zorg voor de defensie gedragen werd, en dat is ons in 72 zwaar genoeg opgebroken." "Zie eens," vervolgt Appelman, terwijl hij twee nummers van de Opregte Haarlemmer Courant voor den dag haalt, "de nieuwsmaren zelven brengen 't uit voor wie ooren heeft om te hooren.

"Dus gelooft de Heer Van Castricum toch, dat er wel iets gebeuren kon?" vraagt haastig Appelman, terwijl Witsen Geelvinck met eenige bevreemding aanziet over hetgeen hij als eene onvoorzichtigheid van die zijde aanmerkt.

Is 't niet meer dan tijd, aan zulk een overmoed paal en perk te stellen en hun, eens voor altijd, te toonen, dat wij nog als vanouds den bezem in den mast kunnen voeren en de Zee vrijvegen van zulk schuim?" "De Heer Van Castricum is dus overtuigd, dat de vermeerdering der vloot geen ander doel heeft dan een expeditie tegen die van Algiers," zegt Appelman op een spottend schertsenden toon.

"Bij koffiewijven en klappeien," valt Witsen in, terwijl hij de schouders ophaalt: "maar welk man van gezond verstand hecht eenige waarde aan dergelijken naamloozen laster?" "Misschien niet aan den laster zelf," antwoordt Appelman: "maar wel aan het doel, waarmede gelasterd wordt.

"Weet de Heer Appelman er een ander aan te wijzen?" vraagt Witsen, een ernstigen blik op hem vestigende. "Hm!" antwoordt Appelman: "dat zou misschien zoo zwaar niet vallen; maar van wat anders: is aan de Heeren dat schotschrift onder de oogen gekomen, dat in Den Haag verschenen is, en waarin de echtheid van de geboorte des Prinsen van Wales wordt in twijfel getrokken?"

Hij bedwingt echter zijn wrevel en zegt: "Laat den Heer Burgemeester hier.... maar luister! ik ben voor niemand verder te spreken, dan voor den Heer De Wildt: dien brengt gij, als hij komt, naar de zaal, en komt mij dan waarschuwen." De knecht buigt het hoofd en verwijdert zich. "Juist nu een bezoek van onzen collega Appelman!" zegt Witsen tegen Geelvinck: "zou hij lont geroken hebben?"

"'t Waren familie-aangelegenheden, die wij te bespreken hadden," zegt Geelvinck: "anders niet." "Wij willen intusschen met den Heer Appelman hopen en bidden," zegt Witsen op plechtigen toon, "dat, wat er ook gebeure of niet, het tot welzijn van den Staat moge gedijen."

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek