United States or Togo ? Vote for the TOP Country of the Week !


De man is klein van persoon en ziet er nietig uit, al is hij ook welgebouwd en vlug en veerkrachtig; maar hij heeft zachte, denkende oogen, bijzonder fijn gevormde, beweeglijke lippen en een hoog, schrander voorhoofd. Chester is er van overtuigd, dat Antony Oliver een moedig man is.

Maar de laatste woorden gaan verloren voor den Engelschman, die de twee steile trappen opsnelt naar het bovengedeelte van het huis, waar zich onder de dakpannen, tusschen de zwaluwnesten, de woonkamer, die tevens dienst doet als atelier, bevindt van Antonius Oliver, in de wandeling Antony genoemd, vervaardiger van geographische kaarten, heraut en bij wijlen tweeden secretaris van Alva, onderkoning der Nederlanden.

Als de Guerra's oogen die van Oliver ontmoeten, flikkert er een glimlach van wreeden triomf in, en met een vlugge, misschien onbewuste beweging, steekt hij de hand in zijn boezem, als om er zich van te verzekeren, dat hij zeker kostbaar voorwerp nog bij zich heeft. "Ziet gij die beweging?" fluistert Guy tot Antony.

Ik weet het. Ik lees het op uw gelaat." "Ja," antwoordt Guy met veel inspanning. "Waar is hij? Waarom kwam Antony niet met u mede?" "O hij hij wacht ons," stamelt Guy en gaat met Haring mee, om de toebereidselen voor de reis te treffen. De eenige kans, om het meisje uit de stad te krijgen, is, den weg over het meer te nemen. Daartoe moeten zij 's nachts ontvluchten.

"En wat deze heeren betreft," zij vestigt haar Argusoogen op Chester en Oliver, die in gesprek zijn met Dona Hermoine, ofschoon Antony, als onder-secretaris van haar vader, een weinig achter den Engelschman staat, die een krijgsman van rang en aanzien is met zijn titel van kapitein van de musketiers, "dat zijn natuurlijk familieleden, daar gij ze alléén ontvangt, juffrouw Bodé Volckers.

Zoolang gij weg zijt geweest, heb ik daar telkens moeite voor gedaan, maar ik heb geen enkel verkocht. De tiende penning van den Hertog ruïneert iedereen. Niemand heeft geld te missen, tenminste niet voor schilderijen." "Het is goed," zucht Antony, "hier is een gulden. Ja, haal daarvoor duiven!" Hij lacht droevig. "Wij willen toch duivenpastei hebben." De beide jongens loopen weg.

"Drommels!" antwoordt een van de anderen, "de duivel zelf zou den vloed dezen heuvel niet op kunnen stuwen! Het teeken van den grooten vloed van 1300 is nog vijftig voet beneden ons." Hij lacht verachtelijk en spot: "Wat zijt gij Franschen toch bang voor water!" De mannen in hun gesprek storend, wenkt Guy den barbier tot zich en vraagt hem: "Is de schilder, die bij u woont, Antony Oliver, thuis?"

Hij heeft mijn zoon Achille als leerling mijn jongste is de kleine Marvédie, die zoo verzot is op duivenpastei," babbelt de Franschman, die blijkbaar van zijn angst voor den vloed is bevrijd en wiens hart Guy heeft gestolen door zijn gift aan het kind. Dan vraagt hij eensklaps: "Heb ik u niet reeds eerder gezien? Mij dunkt, gij hebt monsieur Antony zes maanden geleden ook reeds bezocht."

De heer en mevrouw Lely waren in gezelschap van den luitenant-gouverneur der Noordwestelijke provinciën, Sir Antony Mac Donnell. Er werd te Ahmedabad vol lof gesproken over de wijze, waarop die hooge ambtenaar zich kweet van zijn taak, de enquêtecommissie voor den hongersnood te presideeren.

Zoo gaat de slemppartij voort, gadegeslagen door de menigte, op wier gezichten zeer verschillende gewaarwordingen zijn te lezen. De opgewondenheid stijgt; maar niemand is opmerkzamer dan Guy Chester en Antony Oliver, want niemand, zelfs niet de grootste dobbelaar van de stad, heeft zooveel gezet op dezen reuzenstrijd aan het altaar van Bacchus, als dit tweetal.