United States or Australia ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Neen, hij heeft ze niet weggenomen," roept nu de kleine Marvédie; "een groote man met akelige zwarte oogen nam ze mee." "Wanneer?" "Gisteren." "Hebt gij hem gezien? Kent gij hem?" "O, ik herinner mij hem heel goed, omdat hij lachte en recht in zijn schik scheen te zijn, en hij gaf mij twee stuivers om een zak voor hem te halen om ze in te stoppen." "Kunt gij mij iets van hem vertellen?

Marvédie is dol op duivenpastei en ik niet minder," antwoordt de jongen en vliegt de trappen af. "Ik moet hem ondervragen," mompelt de schilder. "Als dit waar is, dan is het zwaard van Damocles op het punt te vallen." Een oogenblik later hoort men juichende kinderstemmen op de trap. Achille en zijn broertjes springen de kamer binnen, uitroepend: "Duivenpastei! duivenpastei!

Weet gij zijn naam, kleine Marvédie kleine duivenpastei-Marvédie?" brengt Antony met moeite uit, zijn best doende om grappig te wezen, maar met een gezicht als van een doode. "Neen, maar hij was leelijk en heeft akelige oogen, oogen als de schelvisch op de markt." "Hoeveel duiven nam die man weg?

"Niets anders dan wat ik gisteravond hoorde van den kleinen Marvédie, het zoontje van Touraine, den barbier." "Wat zei hij van duivenpastei?" vraagt de schilder, wiens vreemde wijze van doen Guy's aandacht trekt. "Spreek op, spoedig ons leven kan er van afhangen!" "Alleen dit," zegt de Engelschman, "dat hij zooveel duivenpastei van u kreeg.

Maar ik ik kon niet eerder komen, Marvédie en ik waren niet eerder klaar met onze duivenpastei." Hier wordt de stem van den jongen overstemd door het gejuich, dat de komst van den schilder begroet.

Ik zal zien, of ik nog geld heb," zegt Oliver nadenkend. Dan schijnt hij plotseling een idee te krijgen, want hij roept uit: "Achille, waar is de kleine Marvédie? Breng hem boven en wij zullen eenige duiven laten halen en duivenpastei voor hem maken," met zichtbare inspanning groote luchthartigheid voorwendend. "Heerlijk!

Hebt gij ze geteld, kleine Marvédie kleine duivenpastei-Marvédie?" en de schilder grijnst afschuwelijk. "Ja, hij nam er zes, van dezelfde soort, die gij den nek omdraait, als gij duivenpastei voor mij maakt," zegt de kleine jongen. "En waar was uw broer?" De stem van den schilder klinkt dof. "O, ik was uitgegaan om een paar van uw schilderijen te verkoopen," zegt Achille. "Dat geloof ik tenminste.

Hij heeft mijn zoon Achille als leerling mijn jongste is de kleine Marvédie, die zoo verzot is op duivenpastei," babbelt de Franschman, die blijkbaar van zijn angst voor den vloed is bevrijd en wiens hart Guy heeft gestolen door zijn gift aan het kind. Dan vraagt hij eensklaps: "Heb ik u niet reeds eerder gezien? Mij dunkt, gij hebt monsieur Antony zes maanden geleden ook reeds bezocht."