Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 20 juni 2025


Helaas... had het gister maar willen waaien! Dan immers was er behoorlyk gehardzeild op den Amstel. Dan zou niet het volk dat zich verveelde, uit jolige baldadigheid naar de Botermarkt gestroomd zyn, en daar... Toch niet! Die ééne zevenklapper van prinses Erika kon niet gemist worden. Lezer, bedenk eens...

Zij kon niet goed meer denken of zich rekenschap geven van de omgeving. Zij liet zich gaan in de sussende beweging van het rollende rijtuig, terwijl door deze gewaarwording de herinnering aan dien rijtoer van eenige jaren her, langs den Amstel, toen haar vader nog leefde, werd opgewekt.

De koetsier kreeg order om tot Diemerbrug denzelfden weg te nemen, en daar langs de vaart tot de Weesperzijde en daarlangs weêr tot Amsterdam te gaan. Toen ze de Amstel te-rugreden, den Schollebrug op en af, over den hoogen straatweg, in loggen draf door de paarden voortgesjord, was het al óver half-zes geworden; Jans zoû wel boos zijn, nu ze zooveel te laat zouden komen voor het eten.

Duizenden liepen naar den Amstel en toefden er tot omstreeks middernacht, toen ze werkelijk de schuiten, opgepropt met Fransche manschappen, zagen afvaren. Ook de gewapende douanen trokken nog dien avond af, onder het gejuich en gejouw der menigte.

Wat ik er van weet! Ze belagen me-n-in m'n eigen huis! Is 't erg of niet? Ik ben van middag uit geweest, om 't hardzeilen op den Amstel te zien. Maar er was niets te kyk, omdat er geen wind was. En 't was heel vol op den weg, en by den Amstel ook, tot Ouwerkerk toe. Al die koningen waren er, en die vreemde prinsen en prinsessen, weetje, en de menschen keken naar de koetsen, en ik ook. Niet dat ik om 'n koning geef, gut ! Want hy is 'n wurm in Gods hand, net als jy en ik, en als de Heer hem niet steunt... och al 't aardsche is maar gekheid. Stof en asch... geloof d

»Kom laten we gaan!" zei Stargardt dof. In somber zwijgen, als menschen die een dierbaren doode naar het kerkhof hebben gebracht, keerden zij daarop naar huis. Drie dagen later moest Willem reeds voor den Raad van keuring verschijnen, die zitting hield in het Besjeshuis aan den Amstel. Hij ging er heen met weinig hoop.

Scheen 't lamplicht niet in een werkzolder, arbeid belichtend, geploeter overal. Bah, werken. God, god wat was het koud hier. 't Begon hier al even hard te vriezen als buiten; kom, nog wat kolen in het vuur en dan.... Hoor! daar komt de schorre schreeuw van een nachtboot in den Amstel, nu is het al laat.

Met groote waarschijnlijkheid mogen wij echter aannemen, dat de boorden van IJ en Amstel, waar zij samenvloeien, in den beginne met visschers bezet waren, die hunnen tijd tusschen de vischvangst en het melken van eenig vee verdeelden, en dat de verspreide buurten, in welke zij woonden, allengs door scheepvaart en handel vergroot, ten laatste die uitbreiding erlangd hebben, dat zij aan elkander stieten en tot eene stad versmolten.

De oude heer had dit opgemerkt; hij was weêr helderder van hoofd geworden in de verkoelende lucht. Hij keek met welgevallen over de Amstel heen naar den overkant, waar wagentjes reden en menschen liepen, of naar den hemel, waar de zon langzaam in 't westen daalde. De heele hemel was wazig, wittig blauw, langzaam verduisterd.

De lezer herinnert zich dat er dien middag ter uitspanning van de hooge personaadjes die Amsterdam vereerden met 'n bezoek, 'n hardzeilery zou worden gehouden op den Amstel Juffrouw Laps had reeds de goedheid dit aan ons en de Pietersens meetedeelen, en tevens dat de zaak mislukt was door 'n onhoffelyk gebrek aan wind. Ze had de waarheid gezegd.

Woord Van De Dag

zelenika

Anderen Op Zoek