United States or Suriname ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ik waagde het Hare Majesteit te zeggen, dat ik aan mijn gewezen meester geen grooter verplichting had dan daarvoor, dat hij mij arm, schadeloos schepsel, bij toeval in 't veld gevonden, niet doodgetrapt had; een verplichting waar ruim tegen opwoog de winst die hij gemaakt had door me in het halve koninkrijk te laten kijken en de prijs waar hij me nu voor verkocht had; dat het leven dat ik al dien tijd geleid had vermoeiend genoeg was om een dier van tienmaal mijn kracht te dooden; dat mijn gezondheid erg geschaad was door het voortdurend geploeter van ieder uur van den dag het plebs te moeten pleizieren; en dat, als mijn meester niet gedacht had dat mijn leven gevaar liep, Hare Majesteit mij niet zoo goedkoop zou gekregen hebben.

Er was nu geen geschreeuw van straatventers, er was een roezig geploeter van nattig-schuifelend gestap en brommende stemmen, soms overtoond door een schel ruzie-geluid van een burgervrouw, die nijdig was omdat 't droop van een passeerende parapluie op haar goeie-goed.

En het werken werd hervat onder het luide gegeeuw van den jongen, die met een wijd kakengegaap omdraaide op zijn plaats en me toen kijken liet in zijn open mond met wreede, stompe tanden; als een apenbek, bleek-rood van binnen, klepte de holte toe. «Allemaal lust." Na het geworstel kwam al gauw het krachten slopende geploeter, om het leven te geven, het leven dat alleen leven voortbrengen zal.

Het kwam wel eens voor dat men in den vroegen avond gewaar werd dat de lampen ongevuld waren, en men naar het dorp moest door het vlagend weer voor petroleum. 't Was een geploeter door de duisternis over den slijkerigen weg! Er was nu niets nieuws meer te ondervinden.

De leugens die hij aanwendde, waren slecht geleid, hadden, in het geploeter van zijn nijdige inzichten, geen streelende omgeving en geen passenden achtergrond. Zij leken niet eens op de leugens van Sörge, die zoo kunstig waren dat men er het bedrog bij vergat.

Hij deed 't maar heel even, zonder hoofd, met zijn oogen alleen. Achter het geploeter gegil en gekrijt, reden ze nu door de kalme Muyderstraat. De heer de Stuwen kuchte tusschenbeide stilletjes en zat, weifelend en schuchter, met zijn handen op zijn knieën over zijn jas gegleden. Hij zeî niets. In de Plantage werd alles weêr breeder, vroolijker en een wijde hemel.

Scheen 't lamplicht niet in een werkzolder, arbeid belichtend, geploeter overal. Bah, werken. God, god wat was het koud hier. 't Begon hier al even hard te vriezen als buiten; kom, nog wat kolen in het vuur en dan.... Hoor! daar komt de schorre schreeuw van een nachtboot in den Amstel, nu is het al laat.

Het was daar een geploeter van veel handen uit wijde mouwen gestoken, zonbruine handen sjouwende goorgele korven, soepel vlechtwerk aan groote biesooren op en dan ze tillend met een hijsch op de ruggen van de suffende ezels, of ze bij tweeën langs de basten in evenwicht ophangend, en klaar er meê vort, hooger op, lager in, altijd aan den gang.