Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 26 mei 2025


Links in de zij, jawel. Een pols als een gangklok.... Volstrekt geen kwaad bij.... Hoor je wel mama.... 't is niemendal!" "Wees zoo goed luitenant! u niet te veel met spreken in te spannen, 't Valt u moeielijk niewaar?" "Als je me nu vroeg om bijvoorbeeld een "Grace" uit de Robert of zoo iets te zingen, dan ja.... ai!.... Nee nee, 't is zoo erg niet."

Wat ik kende, is de oude tooverië en, ai mij, de nieuwe toovenaars hebben, wat zij noemen de moderne magië uit gevonden! Weet gij, Merlijn, bij uwen Koning Artur, die is de moderne tooveraar! Ik, lace, en weet niets van zijne conste, die zijn met natuurkrachten bereid, mij en mijnen gelijken nimmer bekend. Merlijn, die verjeugdigt zich, al is hij zoo oud als ik!

"Zonder dat kan men niet trouwen." "Ai, Ai!" riep Lewin uit, "denk eens: in negen jaren heb ik niet gebiecht! Ik heb er zelfs niet aan gedacht!" "Dat is wat moois," zeide Stipan lachend; "en jij bejegent mij als een nihilist! Maar dat kan zoo niet gaan. Je moet je godsdienstplichten vervullen." "Wanneer? Wij hebben maar vier dagen meer!"

Ai my, wat wierd die volle borst? Een stroobosch, door den staf des jammers uitgedorscht! Een nevel overtoog, een wreede worm verknaagde Het Godlijkst in 't Heelal, waarop ooit zonlicht daagde. Ja, Evaas ouderdom was aller Englen straf, En trok ons oog en hart van aard en menschdom af!

Hij is de dief en heeft mij den armband eerst zooeven in mijn zak gestopt. Hij , ! Hij viel zichzelf met dien uitroep van pijn in de rede, omdat Halefs zweep onzacht op zijn rug neerkwam. Wacht schurk! riep de Hadschi. Ik zal op uw rug schrijven dat wij eerst heden hier in de buurt zijn gekomen. Hoe kan de Emir dan den armband hebben gestolen?

Onder deze werkzaamheid waren wij bijna van den vuurgloed en den rook gestikt. Haastig klommen wij weer overboord, en voort dreef de brander met den wind verder. »Ik maak de reis ditmaal niet met u mede," zeide ik. »J'y ai été" zooals de Franschman antwoordde bij eene uitnoodiging om nog eens een vossenjacht mede te maken.

Myne Negers stapten aan land om hout te hakken, en bragten een arm dier met een krommen bek aan boord, wien zy de vier pooten hadden afgesneeden; en in dien staat op den bodem van hunne kano nederwierpen. Ik gaf hem een slag op den kop, het welk een einde aan zyn lyden maakte, en ik vernam, dat het de Luijaart was, door de inwoonders genaamt Loijaree, of , uit hoofde van zyn klaagende stem.

»Ai mij! dien had ik vergeten." »Hij woont niet meer te E.; na Europa rondgereisd te hebben om een plekje te vinden waar het hem zou bevallen, is hij geëindigd met weer naar Indië terug te keeren; zijn huis is goed ingericht, maar wij hebben zooveel terrein noodig, dat ik het toch zal moeten sloopen, tenzij Dina er wonen wil." »Onze vroegere woning was zeker niet te krijgen?"

Laat uw geschrift eens zien. VICTOR, mompelende. Met zijne bons altijd! Wat kan ik daarmee doen? 'k Ben er vet mee, met zijne bons! Ai mij, mijn oor! EDWARD, tot den meester. Meester, het is zijn geschrift van gisteren. Hij heeft daar straks eenen grooten Rubbens in zijn cahier gemaakt. DE MEESTER, tot Edward. Zwijg! gij weet dat ik geene overdragers kan lijden. Zijt gij er altemaal?

En terwijl de paarden trillend zij aan zij stonden, Frédérique zittend tegen hem aanzeeg, en hij zich over haar heenboog, hief hij den arm op en trachtte hij voorzichtig den tak, dien hij afbrak, uit het verwarde glanzend bruine haar te ontwarren. Haarspelden vielen op den grond. Heb je je pijn gedaan? vroeg hij. Ja, steunde zij. Ai, ai.... Doe ik je ook pijn? Neen, o neen...!

Woord Van De Dag

vuistdreigend

Anderen Op Zoek