Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 26 juli 2025


Zoo is het ook mij gegaan, schoone Adelgonde! Met verrukking herdenk ik gedurig den dag toen ik dacht uwe liefde te bezitten; toen ik besloot mij die liefde waardig te maken; toen ik mij den grootsten monarch te rijk waande, en geen sterveling mij zoo gelukkig en zoo zalig toescheen. Maar nogmaals, helaas! ik heb mij niet lang met dat zoete denkbeeld mogen verkwikken.

"Wij moesten hier even rusten," ving zij met een zwakke stem aan: "Dit priëel Anne, geeft zulk een mooi uitzicht over de weilanden." "Dat zou ik u niet raden lieve freule!" antwoordde Adelgondes kamenier: "de lucht is wel zacht, doch een klein tochtje zou u wellicht zeer nadeelig zijn." "O neen!" hernam Adelgonde: "Ik ben immers weer geheel hersteld; de zoete meilucht zal mij niet schaden.

Van Rodenberg was met Adelgonde en haar vader bekend; op het bal reeds had hij zich iets aangaande hare afkomst laten ontvallen. Hij zag in hem nu geen jaloerschen medeminnaar meer, en wat belette hem dus over deze zaak te spreken met den man, die zich zoo welwillend jegens hem betoonde? "Welaan!" zeide Alonzo: "gij zult mij voorzeker met uwe inlichtingen van dienst willen zijn?

Zij is dood! dood! evenals mijn zoon! evenals mijne Clarisse!.... Dood!" riep hij nogmaals, en zag toen hoe Adelgonde hare oogen stuipachtig sloot en weder open deed, en eindelijk met een flauwen zucht bewusteloos nederzeeg. "Gonne, liefste Gonne!" smeekte Van Bergen, door dit toeval tot zich zelven gekomen, terwijl hij het bezwijmde meisje op een stoel plaatste: "Lieve dochter, kom tot u zelve!

"Ons geluk!" riep Alonzo, terwijl hij Adelgondes hand aan zijn hart drukte: "Ons geluk! o, het is nog niet bevestigd. Neen, ik twijfel niet aan uwe liefde; uw oog bedriegt mij niet. Doch helaas! wie is het die u bemint? O, Adelgonde! dierbare Adelgonde! hij die u zoo teeder bemint, is door zijn vader gevloekt.

"Is het reeds lang geleden dat uw minnaar hier was?" vroeg Adelgonde, door de woorden van Anne op andere gedachten gebracht. "Nog gisteravond," antwoordde het meisje: "maar drommels en drommels! wat ben ik toch schrikkelijk dom en stoffelachtig!" vervolgde zij, zich eensklaps bezinnende: "Nu hebt gij reden om mij dapper te beknorren. Hij heeft mij iets voor u meegebracht!"

Adelgonde kon zich, uit haar bezwijming ontwaakt, geen duidelijk denkbeeld vormen van hetgeen er met haar was voorgevallen.

"Mensch! wat wilt gij van mij?" riep Adelgonde met bevende stem, terwijl haar het angstzweet op het voorhoofd parelde: "Wie geeft u het recht mijn slaapvertrek binnen te treden!? Verwijder u van hier, zoo gij het wél met mij meent." "Het schijnt mij toe, dat ik u slechts afkeer kan inboezemen," hernam de vreemdeling, die niemand anders dan Rosio was: "Is mijn gelaat dan zoo afschuwelijk?

Zoo droomde Adelgonde voort, aan Alonzo gelijk, geslingerd door vrees en hoop, door twijfel en vertrouwen; maar toch smolten door de sympathie der zielen, hunne gedachten wonderbaar ineen. Een zacht tikken aan de kamerdeur wekte haar uit dien streelenden droom.

"Die scherpe stralen der zon hebben uwe oogen vochtig gemaakt," hernam hij: "Kom lieve vrouw, zie mij eens aan, en geef mij een zoen. Zie zoo! gij moogt uw lieve oogen niet bederven." "'t Is waar," zeide Adelgonde, hare kijkers afdrogende: "Het licht is al te sterk. Wel honderd roode en groene sterretjes zweven mij voor de oogen.

Woord Van De Dag

galoppeer

Anderen Op Zoek