Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 26 juli 2025
Alonzo Spinola, die de schoone Adelgonde, nadat de dans geëindigd was, geen oogenblik uit het oog had verloren, naderde met een hoogen blos doch ongedwongen houding, de beminnelijke jonkvrouw, en sprak haar, in vrij goed Nederlandsch, met een sierlijke buiging, in dezer voege aan: "Schoone jonkvrouw! voor weinige dagen deed het geluk mij een wezen ontmoeten, hetwelk men, eenmaal gezien hebbende, nimmer kan vergeten.
Wel verre van in Rudolfs verhaal iets verontrustends te zien, koesterde Van Bergen integendeel de heimelijke en, zoo wij weten, gegronde hoop, dat Alonzo met een gelukkig gevolg zijne nasporingen zou hebben voortgezet, en dat het witte spook zijn geliefde Adelgonde zou geweest zijn. Weder was er een uur verstreken. De graaf had zich op eene bank onder den zwaren lindeboom nedergezet.
Nu eens zag hij Adelgonde Van Bergen in een vlammenden wagen gezeten, welke in de lucht door duivelen en saters met woest geschreeuw werd voortgetrokken; dan weder vielen er uit den hemel de schoonste bloemen voor zijne voeten neder, doch veranderden, wanneer hij die wilde oprapen, eensklaps in sissende slangen en venijnige adders.
Toen echter zegevierde zijn luchthartigheid en met vroolijke onderwerping beval hij den heer uit het heilige Keulen naar behooren te ontvangen. Den heer Anselm en zijn gevolg viel dus een waardige ontvangst ten deel. Door ridderlijke gastvrijheid moest de hoogeerwaarde leenheer en edele voogd van jonkvrouw Adelgonde zooveel mogelijk voor het geleden onrecht schadeloos gesteld worden.
Hij echter waagde het niet zijne blijdschap in woorden lucht te geven; doch eindelijk de hand van Adelgonde vattende, drukte hij die aan zijn hart en riep: "O Gonne! liefste Gonne! wat er ook verandere, vergeet nooit dat ik u als een vader bemin." Na deze woorden rees bij Adelgonde een flauw vermoeden der waarheid.
Ziedaar de Hagenlelie geschetst; ziedaar de twintigjarige Adelgonde, zooals wij haar met onze zwakke pen waagden te beschrijven. Geen ijdel beminnaar van bonte verven gispe hare liefde voor die kleur der onschuld.
Een luid snikken was het eenige antwoord, dat het lieve meisje gaf. De graaf fronste de wenkbrauwen, zag haar vorschend aan, en ging toen voort: "Zou het dan werkelijk waar zijn wat mij is ter oore gekomen? Zoudt gij inderdaad uw liefde reeds hebben weggeschonken? Zou het dan toch waar zijn dat gij een zondige neiging koestert, en een Spanjaard bemint? Ben ik wel onderricht Adelgonde?
Nog een uur moest er verloopen eer Spinola aan het Zwaantje kwam. Indien ik binnen dien tijd aan de herberg terug was, kon ik de lieve Adelgonde tegen eene som van zeven duizend kronen lossen; doch kwam ik eenige oogenblikken later, dan zou de schoone Adelgonde voor u verloren, en door Spinola reeds naar een veiliger schuilplaats zijn overgebracht." Van Rodenberg hield op met spreken.
Want meer dan kleinmoedig toch moest het haar voorkomen, dat hij, die haar waarachtig beminde, terugdeinsde voor een medeminnaar, dien hij wist dat hare liefde niet bezat en haar tevens onwaardig was. Dan weder bedacht Alonzo de ware reden zijner handelwijze: Adelgonde was eene dochter uit de heffe des volks, wellicht een kind der schande.
Weer mij niet van u af; ik zal u aan uw vader teruggeven, Ach, dood mij niet met het ondraaglijk gevoel uwer verachting!" "Ja, gij hebt mij in de woning mijner ware ouders laten terugvoeren, maar door wien!" hernam Adelgonde: "door een booswicht. En in die woning!.... De hemel weet hoe zwaar ik er beproefd ben geworden." Alonzo wist niet te antwoorden.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek