Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 30 april 2025


Naar aanleiding van hun bedeesde vraag "waarheen?" herinnerde de heer Anselm zich den burcht Rheineck, die tot het aartsbisdom behoorde en die den Schwalbachers voor langen tijd ter leen gegeven was. Daarheen wilde de aartsbisschop in ballingschap gaan, totdat zijn verdwaalde schaapjes hem weer terug zouden roepen.

Je mond heeft je verraden: toen ik hem zooeven toevallig in donker aanraakte hierbij hief vader Anselm de oogen vroom hemelwaarts bemerkte ik een aroma zoo fijn, als slechts de Aszmannshäuser bezit en de mond van je ridder heeft dat op jou overgebracht." De jonkrouw was zoo verlegen, dat ze gaarne door den grond had willen zinken.

Toen echter zegevierde zijn luchthartigheid en met vroolijke onderwerping beval hij den heer uit het heilige Keulen naar behooren te ontvangen. Den heer Anselm en zijn gevolg viel dus een waardige ontvangst ten deel. Door ridderlijke gastvrijheid moest de hoogeerwaarde leenheer en edele voogd van jonkvrouw Adelgonde zooveel mogelijk voor het geleden onrecht schadeloos gesteld worden.

Aldus bij zich zelf redeneerend, ging de heer Anselm tastende langs de muren en hield op eens een schoon gelokt vrouwenhoofd in de uitgestrekte handen. Daar een onderdrukte angstkreet door de lange gang weerklonk, fluisterde vader Anselmus geruststellende woorden en drukte een bemoedigenden kus op twee nabijzijnde vrouwenlippen.

In opgewonden stemming vernam Adelgonde dit van ridder Jörg. In de strafzaal te Keulen zaten twaalf waardige heeren op het gestoelte. Adelgonde, die er voor zorgde den verschuldigden eerbied tusschen oom en voogd te verdeelen, bood den heeren volgens den wensch van den heer Anselm twaalf zilveren bekers van den betwisten wijn aan.

Bereidwillig toonde ze haar voogd het groote vat, dat in den uitersten hoek van den kelder verborgen was. Hoe lang hij daar vertoefd heeft, zullen we maar wijselijk verzwijgen. Den volgenden morgen had de mis van den heer Anselm niet plaats.

Eenparig verklaarden zij, dat deze zure wijn geen Aszmannshäuser was. Boetvaardig stond de heer Anselm daar, zegevierend ridder Kunz en opgetogen jonkvrouw Adelgonde en jonker Jörg. Eenige weken daarna werd er op Rheineck een vroolijk bruiloftsfeest gevierd.

Daar hij hooge belasting en tollen hief, waren de burgers van Keulen zeer vertoornd op hem, en toen hij weer een nieuwe belasting invoerde, was een hevig oproer hiervan het gevolg, zoodat Anselm gedwongen werd, met eenige getrouwen ijlings zijn residentie te verlaten.

De heer Anselm scheen er zich in geschikt te hebben, dat hij zijn lievelings- en slaapdrank op Rheineck missen moest. Maar op een avond ging hij, door een plotseling invallende gedachte gedreven, langs verschillende afgelegen trappen en gangen naar den kelder van den burcht. Wat voor waarde had het woord van een Kunz? Geen cent. Wat eigen overtuiging? Misschien een scheepslading Aszmannshäuser.

"Ridder Kunz, de oom van mijn zedige pupil is wel is waar een groote schelm," meende de vrome heer. "Hij bidt weinig en rooft veel. Daarbij wordt hij verdacht de brutale bandiet te zijn, die in den herfst van ons aartsbisdom de lading wijn weggekaapt heeft. Aszmannshäuser was het," zeide de heer Anselm bij zich zelf, terwijl hij met gefronste wenkbrauwen naar de kielvoren van zijn scheepje keek.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek