Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 8 oktober 2025
Zij liepen beiden naar de deur, en eene reeks van zegeningen en dankbare spreuken rolde van hunne lippen, totdat zij de twee weldadige juffers niet meer zagen. Annah noch Adela hadden een woord gesproken, voordat zij op de Ossen-markt gekomen waren; hun gemoed was te vol, hunne zielen te zeer geschokt, om hun toe te laten hunne aandoeningen door de taal uit te drukken.
Daarom heeft niemand zulk een bericht in lateren tijd kunnen verzinnen. Hoewel een groot gedeelte van het eerste stuk, het Boek van Adela, geheel valt in het Mythologisch Tijdvak vóór den Trojaanschen oorlog, is hier in de verhalen een groot verschil met de Grieksche Mythen in het oogloopend. De Mythen kennen geene tijdsbepaling, veel min eene geregelde tijdrekening.
En dan, dan zoudt gij ook tranen van zaligheid storten, Adela, en gij zoudt uwe handen aan de hunne, hoe ruw ook, niet onttrekken.... Zie, Adela, de gedachtenis van zulke stonden ontroert mij te zeer!"
Maar, terwijl daar iedereen zich in vreugde baadde, was verraad geland met paarden en ruiters; gelijk al het booze waren zij geholpen door de duisternis, en binnengeslopen door de paden van Lindaswoud. Voor de deur van Adela trokken twaalf meisjes met twaalf lammeren en twaalf knapen met twaalf hokkelingen, een jonge Saksman bereed een wilden buffel, dien hij zelf gevangen en getemd had.
Gedurende dien tijd had Adela zich niet vergenoegd met op dit tafereel van honger en armoede te staren; daar zij de uitroeping van den kleinen jongen gehoord had, was zij met haast bij den mosselbak gegaan en had den steenen pot met een brood binnengebracht, terwijl zij den jongen eenige stukken houts op het vuur had doen werpen.
Zie eens wat uitdeelingen er geschieden: kolen, brood, aardappelen, het wordt er alles in overvloed gegeven. Gisteren zelfs schreef ik nog in voor vijftig franken; en ik mag u wel zeggen, dat ik liever mijn geld laat uitdeelen dan zelf in al die vuile woningen te gaan." "Adela, gij kent geene arme menschen.
Er kwamen drie Phoenicische zeelieden, die de kinderen wilden mishandelen, maar nu kwam Adela, die hun geschrei hoorde, zij slaat de onverlaten in zwijm; en opdat zij zelve zouden getuigen, dat zij onwaardige mannen waren, bindt zij hen alle te zamen aan een spinrok vast.
Hwa tach is Adela ånd hwâna kvmt et wêi thåtster sokke hâge love to swikth. Lik ik hjuddêga is hju to fara hyr burchfâm wêst. Tha is hju thêr vmbe wiser jefta bêtre as ik ånd alle ôthera, jefta is hju mâr stelet vppvsa sêd ånd plêgum.
Deze juffer, die genoegzaam rijk scheen, bevond zich op den dorpel van een huis, in hetwelk zij gereed stond om binnen te treden, toen zij eensklaps in de verte eene andere juffer harer kennis zag aankomen; zij bleef bij de deur der arme woning staan, totdat hare vriendin haar nabij was; dan ging zij haar met eenen gullen lach te gemoet, en sprak haar aldus aan: "Eenen goeden dag, Adela.
Ho, wat ben ik blijde dat ik u ontmoet heb!" De goede Annah bezag hare vriendin met aandoening, en haar gelaat drukte genoeg uit, hoe gelukkig zij zich achtte eene weldoenster meer aan hare arme medeburgers te hebben bezorgd. Door Adela gevolgd, ging zij eenige stappen verder in een huis, waar zij wist dat ongelukkigen te vinden waren.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek