Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 5 juli 2025


En niets zou haar tegenhouden: ze wilde haar dochter de kele toenijpen om haar het spreken te beletten, en driftig, kwaad om hare eigen traagzaamheid, volgde ze dien wil. Als Goedele tegen de kasse aanstiet en niet verder meer wijken kon, brak meteen haar benauwde angst. Tegenover moeder en tegenover Sebastiaan, ze móest spreken en ze zou. Ze hakkelde: Laat me....

Met inspanning van al zijne krachten had hij dit een- en andermaal uitgegalmd, toen een goede kennis nevens hem met den elboog hem aanstiet en fluisterend tot hem zeide: Bedenk wat gij belooft; al verkocht gij al uw bezittingen, een waskaars van dat gewigt zoudt gij niet kunnen betalen.

Ze keek, wanneer ze reeds neerzat, langs het kleine raam naar de trage floddering van waggelende veêrkens en ging na hoe er soms een tegen de ruit aanstiet, verkleurde en in schokkende dropjes over 't glas neerbiggelde. Ze zag, op straat, de menschen gauw doorstappen, tegen de vlage in, zoodat hunne borst, schouders en knieën met het licht ijs waren beladen.

"Ik heb hem eergisteren ontmoet," vertelde een oude vrouw. "Zijn voorhoofd was toen diep gerimpeld." De aankomst van twee andere personen maakte, dat de oude vrouw niet voortging. "De schoonzuster van den hetman," fluisterde men van alle kanten. "Mefodijewna," zei er een tegen den ouden zanger, terwijl hij hem aanstiet. Al had men hem dit ook niet gezegd, dan zou deze dat toch wel vermoed hebben.

De groote vriend vond deze bestraffing verdiend, maar hij liet er zich niet door ontmoedigen. Hij trachtte het nu beter te doen. "Ik ben slecht met het plukken van bloemen bekend," zei hij. "Ik ben als die arme jongen, die, toen hij God in de kerk wilde aanbidden en den grond kussen, een grooten buil in zijn voorhoofd kreeg, omdat hij tegen de steenen aanstiet."

31 Nog was ik naar beneden oplettend en voorovergebogen, wanneer mijn Gids mij van ter zijde aanstiet, zeggende: "Spreek gij, dat is een Latijner." 34 En ik die reeds het antwoord gereed had, zonder verpoozing begon ik te spreken: "O ziele, die daar beneden verborgen zijt,

Den avond door en binst den nacht die volgde, onderzocht hij in zijne spinnende hersens of de dood van Vere, op slot van rekening, niet wenschelijk was. Hij nam de mogelijkheid van een wereldreis met Milly in overweging.... Het was kort vóor dat pastoor Doening hem roepen kwam, dat hij, uit al zijne ingewikkelde beramingen de oogen opheffend, den kouden, rechten, zwarten blik van Simon aanstiet.

Woord Van De Dag

staande

Anderen Op Zoek