United States or Fiji ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ze kreeg 't gevoel, of voor jongens ze toch voorloopig nog wel iets heel ver-afs moesten blijven, half vereerd, half getiranniseerd, als 'n weeldedingetje. Gerard zag 't in haar oogen. "Hoe denk-je over de leden van ons dispuut? Nóg geavanceerd, of wel 'n beetje bekrompen en banaal?"

Met eene vloot van 96 schepen en eenige branders, te zamen elf duizend man aan boord hebbende, zette Tromp koers naar Duins in de hoop daar Blake te vinden. "Zeg, Huib, denk-je dat die Blake nog te Duins is?" vroeg Jonge Kees. "Ik en-weet het niet! Maar waarom? Zou-je denken, dat onze Ammiraal hem ook niet kan opzoeken als hij daar niet meer en is?"

De meisjes verdringen de mannen, ieder verdient maar net genoeg om voor zich zelf te zorgen, alles drijft naar volkomen vereenzaming van de individuën; ieder nijdig, ieder strijdlustig: voor mij; voor mezelf." "In 'n staat-van-wanverhoudingen moet je de beste mogelijkheid, niet 't ideaal zoeken." Go zuchtte. "Maar welk "gelóóf" denk-je nu, dat bij mij hoort?" "Ja, kindje, dat weet ik niet.

"Kijk, daar staat al een jongen op!" riep Simon. "'t Is ons Kregel Mennonietje!" zeî Marten. Het was zoo. Nauwelijks waren wij op de plaats waar we prachtig zeegevechtje konden spelen, of Willem Roete ging naar hem toe en zeî: "Hoe komt gij hier?" "Op mijne beenen!" antwoordde Witte. "Denk-je dat ik vliegen kan?" "En wat kom-je doen? Kom-je meevechten?" vroeg ik.

"En wat denk-je dan van mij?" "Dat je van een menschensoort bent, dat Frieda niet appreciëert." Ze zweeg, en speelde nerveus met haar glas. 't Was vreemd, dat ze met hem veel minder goed praten kon dan met Gerard; met dien kwam 't intieme, 't belangrijke vanzelf; met Eduard liep elk gesprek dadelijk dood, terwijl ze juist aan hem zoo graag haar vertrouwen zou willen geven.

"Jaantje, Jaantje denk-je dan dat het zonnetje me hindert? Oude katten en oude mannen varen er wel bij, ja! Kom jij maar hier, kind!" Betje zit op de knieën van den ouden man en deze zegt: "Nou zal ik het liedje eens zingen, dat ik met je vader gezongen heb op den weg van Maassluis naar Rotterdam. We hadden toen een matroosje van onze kennis opgezocht! Niet, Jaantje?"

"Nu," zei hij, haar hand in de zijne; "ik kom morgen nog wel 's vragen, hoe 't gaat. Het beste." Han kwam tegen de koffie, ijsbeerde somber de kamer op en neer. "Dus ze zal van middag niet opstaan?" "Ik denk 't niet. Vin-je nu niet, dat we 'n dokter..." "Ik zal vanmiddag alles eens aan Beerenstijn zeggen, die weet er meer van dan de meeste dokters." "Wat denk-je van de soep?"

"Nu, een enkele maal denk ik er wel eens aan en dan wordt het mij raar om het hart. Maar als ik dan zie hoe Goede Vaer Tromp zich weert, dan zeg ik tot mij zelven: "Flauwerd, denk-je weer om je moeders pappot? Pak ân, anders gaan ze nog aan 't schijfschieten op je luie lichaam!" "Wat staat gij daar te parlesanzen als ge kloppen moet?

Hij was al weg, om dien van beneden te halen, heelemaal in z'n werk verdiept; en Go keek met welgevallen, hoe hij zich boog, schroefde, z'n kracht spande, dat 't bloed roodend naar z'n voorhoofd liep, tot onder z'n stug, blond haar. "Kom nu 's ruiken. Wat denk-je er van?" "Ik ruik niets," snoof Go behagelijk. "Wat leuk, dat je ook van zulke dingen verstand hebt, zeg.

Wat denk-je wel van me?" "Niet veel goeds, vriendje!" lachte Coenraad. "Ha, ha, dacht je nu waarlijk, dat je Coenraad te slim waart?" "Maar, beste man," riep Fulco, die zich nog altoos dom hield, "wat denk je dan toch van me? Geloof je soms, dat ik een dief ben?" "Dat weet ik niet," zeide Coenraad sarrend, "maar veel goeds had-je niet in den zin! Wat moest je anders aan mijn bed doen?"