United States or Aruba ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Wel, nu nog mooier!" riep Fulco lachend. "Begrijp je dat dan niet? O, Coenraad, Coenraad! Nu dacht ik toch, dat je verstandiger waart." "Hoe bedoel je dat?" vroeg Coenraad, die inderdaad begon te gelooven, dat hij zich vergist had. "Zulk eene behandeling heb ik niet aan je verdiend, Coenraad!" hernam Fulco op verwijtenden toon. "Het was niets dan belangstelling van me, dat ik naar je bed ging.

Onder zijn hoofdkussen? Waarschijnlijk wel. Hij strekte zonder het minste geruisch opnieuw zijn arm uit. Zijn hart klopte hem onstuimig in de borst. Zou het gelukken? Hij voelde de sleutels niet. Ja toch, daar lag iets kouds. Dat moesten ze zijn. Ha, daar... Doch plotseling slaakte hij een kreet van schrik, want onverwachts richtte Coenraad zich op en greep hem met beide handen om zijn hals.

Coenraad van Vlingerhoed, die draagt een bril: de Secretaris, Jonker van Bitterenvleugel, is zoo bijziende, dat hij mij laatst op een salet voor Tante Van Bempden aanzag: van de Heemraden heeft er een de grauwe staar, de tweede is eenoogig, de derde is scheel, en nummer vier is alle namiddagen zoo dronken, dat hij den weg naar zijn huis niet alleen kan vinden.

Coenraad van Beuningen, Gezant van Hun Hoog Mogenden te Parijs, werd met eenige andere Hollandsche staatsdienaren bij den Minister van Financiën te gast genoodigd. Op het nagerecht werd Hollandsche kaas gediend, en spottende zeide de Minister tegen Van Beuningen: "Dat is de voornaamste vrucht van uw land."

Laten we ons ter ruste begeven. 't Wordt tijd, want het is reeds na middernacht. Kom Coenraad, wijs ons, waar wij slapen zullen. 't Is meer dan tijd." "Ja, d... dat is g... goed," stamelde Coenraad met eene dikke tong, terwijl hem zijne kin op de borst zonk. "D... dat is g... goed, m... maar ee.. ee.. eerst nog een k . kr... oe... s."

Coenraad keek met zijne dronkemansoogen een oogenblik suf in het rond en wees toen eene trap aan, die naar beneden voerde. "D.. da . a... daar," bracht Coenraad met moeite uit. Vlug brachten zij den keldermeester naar beneden en het was verwonderlijk te zien, hoe behendig en krachtig de grijze minstreel daarbij de behulpzame bood.

Toen bleef hij weer eenige minuten staan. Alles bleef stil. Hij hoorde niets dan de ademhaling van Coenraad. Zacht strekte hij zijn arm uit om te onderzoeken, of hij diens bed al genaderd was. Ja, nog ééne schrede, en hij had zijn doel bereikt. Voorzichtig sloop hij verder. Hij boog zich een weinig voorover, zoodat hij Coenraads adem in zijn gelaat voelde. Waar zouden de sleutels zijn?

Ja, zijne ademhaling werd meer en meer hoorbaar en ging eindelijk over in een luid gesnork. Fulco wachtte nog wel een half uur, en bemerkte tot zijne groote vreugde, dat Coenraad rustig bleef doorslapen. "Nu of nooit!" mompelde hij zacht. "De sleutels heeft hij bij zich op bed genomen, als ik goed gezien heb.

Doch dien nacht viel Coenraad niet weer in slaap. Hoewel de woorden van Fulco hem eenigszins hadden gerustgesteld, vertrouwde hij zijn kamergenoot toch niet weer geheel. Slapen althans durfde hij niet, en onophoudelijk luisterde hij, of hij beweging in het andere bed hoorde. Zoo ging de nacht langzaam voorbij. Coenraad begroette den dag met vreugde.

"O God, zou het mislukken?" mompelde hij onhoorbaar. Doodstil bleef hij staan. Zou Coenraad wakker zijn? Hij luisterde. Neen, het scheen, dat hij sliep, althans zijne ademhaling was diep en zwaar. Maar snorken en droomen deed hij niet meer. Fulco wachtte wel een kwartier lang. Toen ging hij zacht met één been weer eene schrede verder. Even later verplaatste hij zijn andere been.