United States or Kosovo ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ik meende u bij hem te laten, en daar hij mij een gulden of tien gegeven zou hebben, wanneer ik u den geheelen winter bij hem liet, zou ik voor het oogenblik zelf ook geholpen zijn. Maar toen ik zag, hoe hij de kinderen behandelde, toen kon ik mezelf niet langer meester blijven. Gij hebt immers geen lust om bij hem te blijven? Gij zijt zoo goed voor me!

Het was gemakkelijker daarnaar te trachten ter wille van jullie, dan ter wille van mezelf; een verschrikte of verbaasde blik van een van mijn kinderen, als ik eens scherp uitviel, was mij grooter verwijt dan woorden hadden kunnen zijn; en de liefde, de achting en het vertrouwen van mijn kinderen was de heerlijkste belooning, die ik kon ontvangen voor mijn streven, om de vrouw te worden, die ik wenschte, dat ze zouden navolgen."

Er was destijds in Andalusië een berucht bandiet José-Maria, van wiens bedrijven iedereen den mond vol had. Als ik eens José-Maria naast mij had? zeide ik bij mezelf.... Ik vertelde de verhalen die ik van dezen held kende, trouwens alle tot zijn lof, en gaf luide mijn bewondering te kennen voor zijn dapperheid en edelmoedigheid. José-Maria is maar een schavuit, zeide de vreemdeling koeltjes.

Almachtig! zei ik bij mezelf; hoe kan men jonge menschen beletten zich te verbeelden, dat men hen liefheeft als die oude losbol denkt, dat men hem aanbidt? "Gil Blas," vervolgde hij, "ik zal je heden al bij haar brengen; ik soupeer bijna iederen avond bij haar. Ge zult een zeer beminnelijke vrouw zien en bekoord worden door haar wijsheid en ingetogenheid.

Zij deed het geld weer in den zak, pakte alles wat meegenomen moest worden, in de slede, schoof de tafels en stoelen zooveel mogelijk in elkaar en ging naar huis. "Zeg aan je vader, dat ik vanavond met hem kom afrekenen," zei ze nog tegen Jan. "Ik heb vandaag wel zooveel verdiend, dat ik mezelf verder redden kan. 't Is een pak van m'n hart, jongens."

"Er wordt gepraat over een uitbarsting, en ik geef toe dat er een paar verdachte teekenen zijn, maar voor mezelf geloof ik dat het allemaal poppenkast is." "Hoe hoeveel zwarten hebt u hier op de plantage?" vroeg Bertie, en alle moed ontzonk hem.

Prachtige jongens waren sommige, die werkten als helden; zij waren wel arm en zonder vrienden, maar zoo vol moed, geduld en ambitie, dat ik mij over mezelf schaamde, en niets liever had gedaan dan ze eens goed voorthelpen.

Ik ben in de war, ik weet niet of ’k mezelf pakken moet of een ander en....” Plotseling blijft hij stokstijf stilstaan, spreekt haastig eenige woorden achter elkander en ziet dan zwijgend, strak op één punt starend, vóór zich uit, even als iemand die door een hevigen schrik bevangen wordt.

Ik deed nog een poging om ze te openen, maar daar dit mij niet gelukte, kneep ik mezelf met alle kracht in mijn arm; mijn huid was echter gevoelloos, en hoe ik ook mijn best deed, mocht het mij niet gelukken, mezelf pijn te doen. Toch keerde ik eenigszins tot mijn bewustzijn terug. Vitalis, die met zijn rug tegen de deur leunde, haalde zwaar en moeilijk adem.

Zou ik niet dankbaar zijn, dat ook ik het voor mijn zondagsschool-meneer had mogen leeren? Voor mijn zondagsschool-meneer, maar dat was eigenlijk: voor mezelf en niet slechts voor mijn kinderjaren, doch voor mijn gansche leven. Hoe kwam het, dat ik op zekeren Zondag de kinderkerk verwisselde met de groote kerk? Ik weet het niet, maar het was een proef, waarvoor ik bezweek.