United States or Romania ? Vote for the TOP Country of the Week !


«Wat gaan er deze maal veel menschen de stieren kijken, caballero!" zei de jonge man tot zijn onbewegelijk rookenden buurman. Deze knikte leuk met het hoofd. Hij begon het warm te krijgen in de oppakking van menschen, in de benauwde hitte die opsteeg uit de van zon volgezogen banken.

Hierop antwoordde Paganino met een leuk gezicht: Messire, gij zijt welkom en om U in het kort te antwoorden, zal ik U dit zeggen: het is waar, dat ik een jonge vrouw in huis heb, waarvan ik niet weet of ze van U of van een ander is, omdat ik noch U ken noch haar dan voor zoover zij korten tijd bij mij heeft gewoond.

Welopgevoed waren de heeren; de juffrouw van tweehoog zei: "die halvegare", daar waren de heeren te welopgevoed voor. En ze waren knap, veel knapper dan de juffrouw van tweehoog, wier man lantaarnopsteker was, een leuk vak, waar weinig geleerdheid voor noodig is. M'n baas vroeg me of ik misschien gedichten maakte.

Kijk, Haantje-Kukelekaantje staat er op en aan den anderen kant: "Lief jarig pleegmoedertje, In 't kraaien ben ik wel een baas, In 't eier leggen niet, helaas! Maar op het feest van pleegmama Legde ik toch een ei van chocola Uit dankbaarheid, omdat zij elken morgen Zoo trouw voor mij en mijn kippen komt zorgen." "Dolf, Dolf, hoe onmogelijk leuk."

Go vertelde de vermakelijke geschiedenis van Reinaert, telkens stukjes reciteerend, die zij of Lou of Coba voor responsie hadden gehad; en Else lag stil nu, speelde met de knoopen van de lange, blauwe cape, en keek, of ze zoo'n klein beetje ziek-zijn wel leuk vond.

Alleen maar zoo veel als je denkt dat je missen kunt; dan zal ik er dezer dagen wel eens wat voor koopen. HELMER. Neen maar, Nora.... NORA. Och toe, doe het maar, Torwald-lief; ik wou het zoo heel graag. Dan zal ik het geld in een mooi goud papiertje pakken en aan den kerstboom hangen. Zal dat niet leuk zijn? HELMER. Hoe noemen we ook weer iemand die zoo graag te veel geld uitgeeft?

De jonkvrouw glimlachte; in plaats van geschrikt of angstig, scheen gansch haar mooi gelaat van kalm geluk te stralen. "Meneer is weg," antwoordde ze leuk, zich blijkbaar vroolijk makend over Rozeke's verbouwereerde ontsteltenis. "Wig! Al woar?" vroeg Rozeke ongeloovig. "Door 't venster, Rozeke." "Deur de veister! Och Hier, as z' hem moar nie gezien 'n hèn!"

"Zou moesje 't goed vinden?" weifelde Leni. "Natuurlijk vindt ma het goed," pleitte Nel weer. "Zie je, den rechter schoen doe je aan, omdat het de eerste vacantiedag is en dus een feestdag, en den linker, ja den linker..." "Ik weet het: den linker doe ik aan, omdat Bob en Hansje komen." "O ja, hoe leuk. Wacht, ik zal je even helpen ter eere van Bob en Hansje."

"Ter eere van den goeden afloop mag Fritsje een balletje aan onze dwergjes presenteeren en de andere kinderen mogen mee snoepen." "Kinderen," zei mijnheer Van Brakel eenige dagen later, "nu heb ik een mooi plan. 't Is zulk prachtig weer, wat denken jullie er van, als we eens een groote wandeling gingen maken?" "Heerlijk, leuk!" klonk het van alle kanten.

Maar ik zou U van den leuken Zondagmorgen vertellen en niet van het geheime telefoonkabeltje, dat van onze harten loopt naar dat van mijn liefsten Vader. De officieren vonden 't vreeselijk jammer, dat de "Edie" niet langer op onze reê bleef; ze zouden 't anders zoo leuk gevonden hebben, ons aan boord te zien.