United States or Albania ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Wat ben jij bang voor vrouwvolk, Haspel!" zei Windsnel, maar hij liet hem toch met rust, en ook de anderen deden Duimelot niets. Kort daarop trokken de kraaien verder. Tot nu toe had de jongen gedacht, dat Smaland niet zoo'n arm land was, als hij wel gedacht had.

De kraai, die den lap uit het venster gepikt had, heette Garm Witteveer, maar hij werd nooit anders dan Haspel genoemd, omdat hij altijd dom en onhandig deed, en nergens goed voor was, dan om uitgelachen te worden. Haspel was grooter en sterker dan een van de andere kraaien; maar het hielp hem niets, hij was en bleef een mikpunt van spotternij. Het baatte ook niet, dat hij van goede familie was.

"Hoe zal het nu met den witten ganzerik gaan, als ik niet op hem passen kan?" dacht de jongen, en hij begon de kraaien toe te roepen, dat ze hem dadelijk naar de ganzen terug moesten brengen. Hij was heelemaal niet bezorgd over zichzelf. Hij meende, dat ze hem bij vergissing meênamen. De kraaien stoorden zich geen zier aan zijn geroep, maar vlogen voort, zoo hard ze konden.

Maar hoe het ook zij, gij zult geen koning kraaien door slechts te pochen op behendigheid." "Ik zal mijn best doen, zooals Hubert zegt," antwoordde Locksley; "niemand kan meer." Dit zeggende, spande hij weder den boog, maar bij deze gelegenheid zag hij aandachtig naar zijn wapen en veranderde de pees, die niet meer zuiver rond was, daar zij door de twee vorige schoten een weinig gescheurd was.

Zij zag den zonneschijn op het kabbelende water flikkeren en hoorde vroolijke stemmen in het rond, maar haar hart was zoo beklemd, als ware haar een zware steen op de borst gevallen. Haar kindje klauterde tegen haar op en streelde hare wangen met zijne handjes, en scheen haar door zijn kraaien en dartelen te willen opwekken.

De boomen, die daar straks nog groen waren, of met rijke najaarstinten overglansd, beginnen naakt en kaal te worden, met dorre, uitstekende takken, als armen van geraamten. Het moet hier onlangs flink geregend hebben, de weg ligt slijkerig, de voren in de bruine akkers glimmen en zwarte en bonte benden kraaien drijven er droef-krassend overheen.

De Kraaien hebben ongeveer de volgende dagverdeeling: Vóór het aanbreken van den dag verlaten zij haar slaapplaats om zich in oorden, waar zij geen vervolging hebben te verduren, op een bepaald gebouw of op een grooten boom te vereenigen. Van hier uit verspreiden zij zich over de velden en zijn tot omstreeks den middag ijverig bezig hun kost te winnen.

't Waren kraaien, musschen en zwaluwen, die onder heftig geschreeuw waren komen toeloopen, denkende, dat de arend van plan was op een vogel neer te schieten. "Weg, weg, roover! Weg, vogeldooder!" riepen ze. En ze hadden zoo'n spektakel gemaakt, dat de boer er opmerkzaam op werd, en kwam toeloopen. Toen had de arend moeten vluchten, en de jongen had geen korrel gekregen.

Over 't algemeen heerscht onder hen de beste verstandhouding, wanneer het er op aankomt zich te verzetten tegen een gevaar, dat allen bedreigt: Roofvogels, Roofmeeuwen en Raven of Kraaien worden door alle Meeuwen uit de buurt te gelijker tijd aangevallen en gewoonlijk op de vlucht geslagen.

't is een beetje koel en 'k zou je hier nu mooi kunnen toedekken met een geducht pak slagen en daar zou geen haan naar kraaien; maar ik wil je toonen, dat ik een christelijk hart heb." Dit zeggende, gaat hij naar den wagen, haalt een paar armen vol stroo en werpt dat over hem heen, met de woorden: "Nu, adjuus!