United States or Paraguay ? Vote for the TOP Country of the Week !


De dappere Locksley was de eerste, die ze ontwaarde, toen hij naar het buitenwerk ijlde, ongeduldig om den afloop van den aanval te zien. "St. George!" riep hij, "St. George voor Engeland! valt aan, dappere schutters! hoe! laat gij den braven ridder en den edelen Cedric den toegang alleen bestormen? Dring binnen, dolle priester, toon dat gij voor uw rozenkrans vechten kunt.

"Staat op, vrienden! uw wangedrag zoowel in het bosch als in het veld, is uitgewischt door de diensten, welke gij aan mijne verdrukte onderdanen onder de muren van Torquilstone bewezen hebt, en door de redding, welke uw koning u heden te danken heeft. Staat op, mijn getrouwen, en weest ook in het vervolg goede onderdanen. En gij, brave Locksley, "

"Met zes man, en goede hoop op buit, als het St. Nicolaas behaagt." "Vroom gesproken," zei Locksley; "en waar is Allen-a-Dale?" "Op weg naar Watling, om op den Prior van Jorvaulx te wachten." "Ook goed," hernam de kapitein. "En waar is de monnik?" "In zijn cel." "Daar ga ik heen," zei Locksley. "Verstrooit u en zoekt uwe makkers op.

"Wat uwe geestelijke broeders betreft, heer Prior," antwoordde Locksley, "ze zullen dadelijk in vrijheid worden gesteld, daar het onrechtvaardig zou zijn hen nog gevangen te houden; wat uwe paarden en muilezels betreft, die zullen ook teruggegeven worden, met reisgeld genoeg om uwe vertering tot York te betalen; want het zou wreed zijn u de middelen om te reizen te benemen.

Man en paard vielen; desniettemin bleef de toestand van den Zwarten Ridder zeer gevaarlijk, daar hij door verscheidene vijanden van nabij gedrongen werd, en vermoeid begon te worden door de geweldige inspanning, welke het hem kostte, om zich tegelijk op zoo vele punten te verdedigen, toen eensklaps een pijl een der geduchtste van zijn aanvallers op den grond deed neêrtuimelen, en een bende schutters uit het bosch te voorschijn kwam, onder aanvoering van Locksley en den vroolijken monnik, die dadelijk en vlug deel aan den strijd nemende, de aanvallers met zooveel kracht aangrepen, dat ze spoedig allen dood, of doodelijk gewond, op de plaats bleven.

"Als het dus gesteld is met den edelen Cedric," zei Locksley, "ben ik volkomen bereid om het bestuur der boogschutters op mij te nemen; en ge moogt mij aan een mijner eigene boomen ophangen, als de verdedigers hun hoofd over de muren steken zonder met even veel pijlen doorboord te worden, als er kruidnagels in een kermisham zijn."

"Ik dank u, edele Jonkvrouw!" hervatte Locksley, "voor mijn volgelingen en voor mij zelven. Maar u gered te hebben is reeds belooning genoeg. Wij, die in de groene bosschen rondzwerven, hebben menige woeste daad te verantwoorden, en de bevrijding van Jonkvrouw Rowena zal mogelijk als vergoeding daarvoor gelden."

"Vergeef mij, edele Prins," zei Locksley; "maar ik heb een gelofte gedaan, dat, zoo ik ooit dienst nam, het bij uw koninklijken broeder Richard zou zijn. Deze twintig Nobles laat ik aan Hubert over, die heden een even goeden boog gespannen heeft, als zijn grootvader bij Hastings. Zoo zijne zedigheid de proef niet geweigerd had, zou hij het stokje even goed geraakt hebben, als ik."

De Bracy zelf stond op en wierp zijn overwinnaar een bedroefden blik achterna. "Hij vertrouwt mij niet," herhaalde hij; "maar heb ik zijn vertrouwen verdiend?" Hij nam zijn zwaard van den grond, zette zijn helm af, als teeken van onderwerping, en, naar het bruggenhoofd gaande, gaf hij zijn zwaard over aan Locksley, dien hij daar ontmoette.

"Wel heremiet," was des schutters eerste vraag, zoodra hij den ridder zag: "Welken lustigen broeder hebt gij daar?" "Een broeder van onze orde," hernam de monnik, het hoofd schuddende. "Wij hebben den geheelen nacht door gebeden." "Hij is een monnik van de strijdende kerk, denk ik," antwoordde Locksley; "er dolen velen van dien aard door het land.