United States or Romania ? Vote for the TOP Country of the Week !


In den bouw van de zeskantige cel, waarvan de basis uit drie ruiten is samengesteld, gebruikt de bij een vorm, door de grootste wiskunstigen als de alléén doelmatige vastgesteld, en de bijen houden zich altijd aan dien vorm wanneer het maar eenigszins doenlijk is.

Eindelijk heeft hij ons dan toch gevonden! Weder viel een steen, en nog een, toen verscheidene te gelijk ... en de deur was eindelijk open. Een met stof en kalk bedekte arbeider stapte de cel binnen, een toorts ophoog houdende. Twee of drie volgden, eveneens met fakkels, en stelden zich bij den ingang om den commandant door te laten.

Hij ging naar buiten, sloot zijn cel, en ging recht op de kamer van den abt af en bood hem den sleutel aan, gelijk iedere monnik gewoon was te doen, als hij naar bed toe ging. Hij zei met een uitgestreken gezicht: Heer, ik kon niet al het hout bij mij laten bezorgen, dat ik liet hakken, en met uw verlof wil ik daarom naar het bosch gaan en het laten brengen.

Al die daden kunnen volvoerd worden in wakenden toestand, zonder dat de bewaker er eenig bewustzijn van heeft of ondervindt." "Wat, gij beweert...?" "Ik beweer en verzeker, dat de gevangene aan den bewaker, die onder zijn invloed is, kan zeggen: op dien dag, op dat uur, zult gij dit of dat uitvoeren. Op dien dag zult gij mij de sleutels mijner cel brengen, en hij zal gehoorzamen!

Twee bewaarders geen onwelwillende menschen spraken met hem, klaarblijkelijk eenigszins streng, of misschien ook gaven zij hem een of andere nuttige vermaning omtrent zijn gedrag. De éene was bij hem in de cel, de ander stond buiten. Het gezicht van het kind was zoo wit als een doek van louter angst. In zijn oogen was de angst van een gejaagd dier.

Zaterdag vóor een week was ik omtrent éen uur in mijn cel bezig het tingerei dat ik voor mijn middageten gebruikt had, te reinigen en te poetsen.

De kop zelf bezit door middel van een korten nek een aanzienlijk bewegingsvermogen. Bij den eenen zoöphiet was de kop zelf vast, maar de onderkaak vrij; bij een anderen werd hij vervangen door een driehoekige kap met eene fraai passende klep, die blijkbaar de onderkaak voorstelde. Bij de meeste soorten was elke cel van één hoofd voorzien, doch bij andere had elke cel er twee.

Op zekeren dag stond eene schare armen voor Seraphim's cel; wachtende op brood. Hij zag zijn voorraad na, en bespeurde dat hij maar twee brooden had: wat zou hij met twee brooden aanvangen tegenover deze hongerige schare? Hij riep tot God en zie, twintig brooden lagen op zijne tafel!

Tot antwoord deelde de commandant hem mede, dat de vrouwen in cel VI gevonden waren, en gaf hem de memorie ter inzage, die hijzelf opgesteld had, ja, stond zelfs toe dat Malluch er een afschrift van nam. Daarop haastte deze zich terug naar Ben-Hur. De jonkman was verplet hij het hooren van de vreeselijke tijding.

Meenende dat de zaak hiermede afgeloopen was stond hij op; maar Gesius vervolgde: Hoor mij verder, heer. Morgen, Gesius, ik heb nu geen tijd meer. Maar, commandant, wat ik u mee te deelen heb kan geen uitstel lijden. De commandant ging weer zitten. Ik zal kort zijn, zeide de gevangenbewaarder. Mag ik nog eene vraag doen? Moest ik niet gelooven wat Gratus mij vertelde van de gevangenen in cel vijf?