United States or Heard Island and McDonald Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


De benedenste gang, welke ongeveer een meter onder den beganen grond van het plein lag, voerde naar de kelders of onderste gewelven der torens: Grauwe kluizen, donk're holen, Nimmer door de zon bestraald, Waar geen lichtglimp heen kwam dolen, Dan in scheemring gansch verdwaald; Waar de wanden en gewelven Altoos biggelden van 't vocht, Of zij weenden om zichzelven Of om 't wee van zulk een krocht,

De arbeiders die in de mijn zelve werken, hebben 25 shillings per maand, en ontvangen een kleine portie charqui. Maar deze mannen komen slechts eens in de veertien dagen of drie weken uit hunne zwarte onderaardsche verblijven. Gedurende mijn oponthoud alhier genoot ik volop van het dolen over deze reusachtige bergen. De geologische gesteldheid was, zooals men denken kan, zeer belangwekkend.

Nu dolen de Utahs rond, om die zes bleekgezichten te vinden; en tevens hebben zij een gezantschap naar Fort Union gezonden, ten einde schadevergoeding te erlangen; voor ieder paard een ander, voor de andere verloren voorwerpen ineens een som van duizend dollars, en voor elken gedooden Indiaan twee paarden en een geweer." "Dat vind ik zeer billijk. Is daarin bewilligd?" "Neen.

Niets schilderachtigers en bekoorlijkers dan dit door bergen ingesloten smalle dal, vol ruischende watervalletjes en eeuwenheugende boomen, tusschen wier geheimzinnige schaduwen zich kronkelende paadjes verliezen, waar het een wellust is te dolen.

"Dat denk ik nu ook wel niet; maar de duivel speelt den mensch somwijlen rare parten, zonder dat men er van te voren iets van vermoed heeft. Wij verkeeren eigenlijk in een ellendigen toestand. Door de Roodhuiden zoogoed als vogelvrij verklaard, en door de soldaten overal gezocht, dolen wij in het gebied der Utahs rond.

Daer is, men weet niet wat, in onsen geest verholen, En doet al menighmael de wijste lieden dolen, 690 Het brenght hen in den geest een aengename pijn, En seyt: Dat Gode vought* wien kan het schande zijn?

En genaderd de ridders, groette hij hen hoofsch met zijn speer en met Gods eere, die hij hun toe riep. De voorste, een reus, riep terug den groet en voegde er aan toe: Waarheen richt gij u, jeugdige knape, aan deze grenzen veler koninkrijken, wen ik u vragen darf? Zoo alleenlijk en jong van jaren te dolen door deze foreesten, dunkt mij moed boven uwe jaren?

Heen en weer gaan of trekken. Toen ik in het bosch van u afscheid genomen had, was ik den weg vergeten en heb langen tijd ~gedwaald~. ~Dolen~ wijst aan, dat men geheel zonder doel rondtrekt, zooals bijv. de dolende ridders van voorheen, òf dat men zóózeer is verdwaald, dat de goede weg onmogelijk weer te vinden is. Het is dus sterker dan ~dwalen~. Wacht u voor een ~dolenden~ gids.

Martin, wier vier armen elkander als een kruis doorsnijden. Maar het riool der kleine Truanderie, welks opening bij de herberg Corinthe was, is nooit in gemeenschap geweest met het verwulf der straat St. Denis, het liep uit in het riool Montmartre, en daarin was Jean Valjean afgedwaald. Hier was maar al te veel gelegenheid om te dolen.

Konden wij over de noodige ruimte beschikken, hoe gaarne zouden wij u uitnoodigen, met ons te dolen door die liefelijke valleien tusschen Maas en Sambre, zoo rijk aan het meest afwisselende natuurschoon. Maar wij moeten ons beperken en kunnen slechts voor enkele punten uwe aandacht vergen.